De Slag bij Wafangou. [Juli 1912. Divisie (m/d brig. Asada van het Ie Leger) Sioejan had bezet, meende Okoe zijn eerste plan te moeten laten varen en in N. richting te moeten oprukken, wilde hij op ongeveer ge lijke hoogte met de 10e Divisie komen. Den llden Juni werden nogmaals verkenningsafdeelingen naar het N. gezonden, die echter geen nadere gegevens kon den verkrijgen. Alleen kon gemeld worden eene voorposten opstelling in de lijn Udiaden Latsyschan Kudiatun daar achter werd geen inzicht verkregen. Goede berichten werden echter verschaft door de Chineezen. Volgens deze stonden bij Wafangou ongeveer 30.000 man en 34 vuurmonden; bij die plaats en ten Z. daarvan zouden groote tentenkampen zijn, terwijl aldaar ook eene stelling werd ingericht. (Chi neezen, die door de Russen voor werkzaamheden aan de stelling geprest waren, gaven daaromtrent aan de Japanners waardevolle inlichtingen). In verband met een en ander besloot Okoe den blijkbaar bij Wafangou standhoudenden vijand aan te vallen. Daartoe begon hij den 13den Juni den marsch naar het Noorden en be reikte dien dag met zijne voorste troepen (er werd in 3 colonnes gemarcheerd) de lijn Kudiatun Latsyschan Udiaden, waar zij de Russische voorposten terugdreven, (zie bl. 698). Hier zien we dus den Generaal Okoe het initiatief nemen tot een offensief, hoewel dit nog niet in de bedoeling van het Groote Hoofdkwartier lag; het besluit was evenwel ge- echtvaai digd, omdat het steunde op deugdelijke overwegingen en geheel paste in den toestand van het geheel. Het Hoofd kwartier hechtte dan ook zijn goedkeuring aan het genomen besluit. Zoo stonden dan de zaken aan den vooravond van den slag bij Wafangou, De 14de Juni zou volgens de Japansche plannen gebruikt worden om de troepen verder Noordwaarts te laten opmarcheeren, zoodat den 15en tot den aanval zou kunneh worden overgegaan. 701 I. M. T. 1912. 45

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1912 | | pagina 17