De Slag bij Wafangoü. [Juli 1912. de over eene breedte van 18 K. AL, vragen we ons af, of eene dergelijke wijze van marcheeren wel zonder gevaren wasde gegevens omtrent den vijand berustten toch uitslui tend op berichten van Chineezen. Gelet op het moeilijke, aan wegen arme terrein was het volstrekt niet zeker, dat onderlinge ondersteuning door de verschillende colonnes ten allen tijde mogelijk zou zijn. Het marcheeren in een breed front biedt groote voordeelen de kortere colonnes hebben minder tijd noodig voor den opmarsch tot het gevechtde tegenstander wordt over een breeder front gelijktijdig aangegrepen, waardoor de kans op omvatting grooter wordt; doch om te kunnen voldoen aan den eisch, dat de gescheiden colonnes elkaar steeds kunnen steunen, mogen de onderlinge afstanden niet te groot zijn, tenzij de colonnes zoo sterk zijn, dat zij zelfstandig gedurende geruimen tijd een gevecht kunnen voeren. Waar nu dit laatste van de Japansche Colonnes niet kon worden gezegd, terwijl bovendien de afstanden tusschen de divisies 6 en 10 K. M. en die tusschen de regimenten van 2 tot 5 K. M. bedroegen, wil 't ons voorkomen, dat deze marschvorm tegenover een meer energieken vijand (denken we eens aan het bericht van Ssomonov omtrent den Ja- panschen opmarsch) het welslagen der onderneming zeer in de waagschaal stelde. Alleen voor het geval bekend was, dat de Russen werkelijk halt hielden—wat wellicht door Okoe als vaststaand werd aangenomen was de opmarsch in den aangegeven vorm te verdedigen. Voorts achten we de afzondering van een Reg. van de 3e en 5e divisie als Legerreserve minder aanbevelenswaardig voor dat doel had een brigade d. i. een tactisch geheel on der één commandant kunnen worden bestemd. Gebeurtenissen op den 14den 3uni. Bij den Japanschen opmarsch gingen de Russische voor posten zonder ernstigen weerstand te bieden terug, zoodat de Japansche colonnes de aangegeven lijnen konden bereiken. 707

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1912 | | pagina 23