Juli 1912]. De Slag bij Wafangou.
Het Japansche bevel geeft kort en duidelijk wat verlangd
wordt; van een teruggaan wordt niet gerept. De opper
bevelhebber regelt de onderlinge samenwerking van en het
verband tusschen de onderdeelen, zonder echter de divisie
commandanten meer te binden dan noodig is; in deze op
zichten een groot contrast tusschen het Japansche en het
Russische bevel.
Zooals uit de beide bevelen blijkt, hadden zoowel de Russen
als de Japanners offensieve bedoelingen. Thans zal worden
nagegaan hoe deze tot uitvoering kwamen en tot welke op
merkingen het verloop van het gevecht aanleiding geeft.
Verloop uan den Slag op den 15den 3uni.
In den morgen van den 15den tusschen 4 en 5 uur v. m. be
gonnen de Japanners, onder begunstiging van den nevel en
van het terrein, ongemerkt hun opmarsch. Om 520 opende
de Japansche artillerie het vuur op de Russische batterijen
bij Louschagou en even daarna ook op die in het W. vak.
Ingevolge het bevel marcheerde de 3e. Div. voorloopig iets
voorwaarts naar de hellingen ten N. van Diaowo en Lidiatun
om daar verder het optreden van de 5e. Divisie af te wach
ten. Voorloopig zou hier echter van een verder oprukken
niets komen, omdat de vijand krachtig tot den aanval
overging.
Aan Russische zijde was gedurende den nacht bij de le
Divisie nog de aanwijzing gekomen, dat de aanval niet zou
plaats hebben, voordat de 2e. brigade 35e. Div. op gelijke
hoogte met de le. Divisie zou zijn gekomen. Aan den adjudant,
dien Generaal Glasko (ct. 2e. brig. 35e Div.) na ontvangst van
het korpsbevel ter regeling der samenwerking naar den Gen.
Gerngrosz had gezonden, deelde deze laatste als antwoord op
die vraag mede: „Wanneer de commandeerende Generaal te
gen het aanbreken van den dag een aanval wenscht te doen,
kan succes verwacht worden." Verdere regelingen werden
716
1) Glasko ontving dit raadselachtig antwoord te middernacht en zond nog
tweemaal een ordonnans-officier naar gen. Gerngrosz om nadere instructies,
doch zonder resultaat. Red.