De Slag bij Wafangou.
[Juli 1912.
houden, terwijl hij 3 bataljons van R. I. 14-0 en 2 batterijen
de hoogten bij Zuitsiatun en Koutsiatun deed bezetten. Spoe
dig bleken deze maatregelen echter voorbarig; want om
10 uur v. m. kwam een Stafofficier van het Hoofdkwartier
dat toch weer te Wafangou was het bericht brengen, dat
de brigade onmiddellijk moest aanvallen. Nu kreeg de Overste
Persiljew opdracht met 8 bataljons en 1 batterij naar Gouyin
te gaan en werden 2 bataljons met 2 batterijen ter ondersteu
ning van Petrow naar Wafanwapon gezonden. De afdeeling
Persiljew stuitte nu op de Japansche le. cavalerie brigade,
die, gesteund door 1 bat. inf. en mitrailleurs, vastbesloten
en energiek optrad en daardoor den indruk vestigde, dat
hier eene groote overmacht stond x) Ook de versterkte af
deeling Petrow kwam niet vooruit.
Om 2 uur n. m. kreeg Glasko het bevel de achterhoede
te vormen van de terugtrekkende troepen der le Divisie
en werd de bovengenoemde stelling dus weder bezet.
Aangezien de Japanners niet vervolgden, kwam 't niet meer
tot een ernstig gevecht.
Op den Westelijken vleugel ging de cavalerie van Ssams-
sonov om 430 v. m. vooruit in de richting Padschangundsa,
doch was spoedig gedwongen om terug te gaan tot Lunkou.
Yoorloopig bleef zij daar staan.
De Japansche 5e divisie drong de vooruitgeschoven Rus
sische afdeelingen zonder moeite terug en bereikte om 7 uur
v. m. de lijn Wandiatun de hoogten O. van Tschindafan.
De artillerie (V. A. R. No. 5) vuurde van uit de richting
Udiatun.
De ongunstige toestand bij de 3e Divisie deed den com
mandant der 5e Divisie besluiten den aanval krachtig door
te zetten.
Om 10 uur v. m. waren de hoogten N. van Tafanscbin
genomen en werd de artillerie, ook die van de artillerie-bri
gade aangetrokken. Hoewel de artillerie van den tegenstan-
719
1) De Russen, misleid door de veel op die der inf. gelijkende cav. uniform,
meenden alleen infanterie tegenover zieli te hebben.