Juli 1912]. De Slag bij Wafangou. moeten zijn gezorgd. Telefonische gemeenschap in de stelling had niet mogen ontbreken. Tengevolge van de gebrekkige gemeenschap moesten ordonnansen voor de overbrenging van bevelen en berichten worden gebruikt, dan wel om nader in lichtingen op ontvangen bevelen te vragen (Glasko). Niet alleen werd hierdoor de behoorlijke uitvoering geschaad, maar bovendien ontstond dientengevolge een ernstig misver stand bij Glasko, die de achterhoede-stelling bezette, even nadat hij zijne voorwaartsche beweging begonnen was; op nieuw moest nu een ordonnans-officier gezonden worden om de voorwaartsche beweging te doen hervatten. Aan Japansche zijde daarentegen werd de Generaal Okoe doorloopend door bericht-officieren op de hoogte gehouden van den stand van zaken bij de beide divisiën, waardoor hij in staat was om zijne ondercommandanten te onderrichten van den toestand bij de neventroepen. (Mededeeling aan den Ct. der 5e Divisie omtrent den hachelijken toestand bij de 3e Divisie). Een tweede punt, dat de aandacht verdient, is de plaats van den bevelhebber. In zijn bevel aan den Com mandant van het W. vak zeide Stackelberg, dat hij zich zou ophouden bij de 2e brig. 35e Divisie; aan de andere Comman danten evenwel dat berichten gezonden moesten worden naar Wafangou, hetgeen er op zou wijzen, dat hij zich daar zou bevinden, zooals inderdaad het geval is geweest 1). Daar evenwel, ingevolge de bevelen, de beslissing gezocht zou wor den op den linkervleugel, was zijne opstelling te Wafangou niet in overeenstemming met het beginsel, dat hij zich daar moest ophouden, waar eene behoorlijke gevechtsleiding mogelijk was. Achter de beslissende groep opgesteld, kon hij zijn invloed op het verloop van het gevecht doen gelden, wanneer hij tenminste ook zijne algemeene reserve daar en niet te Wa fangou had geplaatst. Daar had hij bovendien de ontbre kende samenwerking tusschen de Generaals Gerngrosz en 722 1) Gen. St. wachtte waarschijnlijk te W. de aankomst van de in aantocht zijnde troepen af.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1912 | | pagina 38