De Slag bij Wafangou. [Juli 1912. opstellingsplaatsen der troepen slechts 4.5 K. M. van elkaar waren verwijderd en de bevelen resp. om 650 en 7 u. n. m. in handen der commandanten waren, werd geen mondeling overleg gepleegd. Alleen door het zenden van een ordonnans, trachtte Glasko nadere inlichtingen omtrent Stackelbergs bevel van Gerngrosz te krijgen, waarop deze slechts antwoordde: „Wanneer de commandeerende Generaal tegen het aanbreken „van den dag een aanval wenscht te doen, kan succes ver- „wacht worden." Toch meenden beide Generaals ten slotte met deze regeling van den aanval te kunnen volstaan, want verder werd niets verhandeld. Eerst den volgenden morgen, toen bleek dat de brigade Glasko nog niet ter hoogte van de le Divisie was gekomen, zond Gerngrosz eene meer afdoende mededeeling aan Glasko („Yalt gij aan, wij zullen enz. Naar onze meening had 't hier echter op den weg van den oudsten Generaal gelegen, nu de opperbevelhebber had ver zuimd de eenheid in de handeling te verzekeren, het initiatief te nemen tot de leiding van de voorgenomen beweging, waar door het druppelsgewijze in gevecht brengen van de beide afdeelingen waarschijnlijk was voorkomen, Een hoogst eigenaardige indruk maakt verder Glasko's besluit om een „krijgsraad" bijeen te roepen, om te beraad slagen hoe het bevel van Stackelberg moest worden uitgevoerd. Glasko wist er blijkbaar geen raad mede. Hij had moeten begrijpen, dat krachtig en energiek aanvallen i.e. de eenig mogelijke oplossing was. Dat hij door aan te vallen tevens voldeed aan zijne opdracht dekken van den linkervleugel der le Divisie scheen hem niet duidelijk. Nadat in dien krijgsraad, na zeer veel heen en weer praten, tot den aanval was besloten nam Glasko bovendien nog verkeerde maatregelen door zijne hoofdmacht op den binnen vleugel te plaatsen; de zelfde fout herhaalde hij, toen hij om 10 uur van Stackelberg het bevel ontving om aan te vallen. Ook had hij maatregelen moeten treffen om het tot staan gebrachte detachement Petrow weder voorwaarts te doen gaan, desnoods door het inzetten van zijn geheele hoofdmacht. 725

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1912 | | pagina 41