Juli 1912]. Mededelingen courant en dergelijke uitgaven, welke eigenlijk tot den bureau- dienst behooren. Op die wijze beschikte het 1ste R. I. over een fonds, dat, tot een bedrag van 6400 yen aangegroeid, op eene bank gedeponeerd was. Men vertoonde aan de bezoekers de keukens en de maaltijden der manschappen om hen te overtuigen, dat de voeding niet leed onder het gevolgde stelsel, terwijl betoogd werd, dat het beheeren van het geld door commissiën en niet door een enkel persoon eene onderlinge controle ten gevolge heeft, waardoor knoeierijen zeer moeilijk gemaakt worden. Natuurlijk betoonden de bezoekers zich hoogst voldaan over hetgeen zij gezien hadden, doch het is zeer de vraag, of het legerbestuur erin geslaagd is de tegen standers van het ininkeiri-stelsel tot voorstanders te bekeeren. Het feit, dat een regiment op een zeker oogenblik 6400 yen op voeding, kleeding, enz. heeft bespaard, geeft te denkenof het rijk, of de soldaat moet op de een of andere wijze te kort gekomen zijn. In den loop van de maand Maart richtte een lid van de Kamer van Afgevaardigden eenige vragen tot de Ministers van Oorlog en van Marine betreffende het geheimhouden van verschillende zaken op militair gebied en andere aangelegen heden. Beide ministers dienden daarop den 26sten Maart het volgende schriftelijke antwoord in: 1. De geheime aangelegenheden worden in twee categoriën onderscheiden, n.l.: a. Alles, wat rechtstreeks samenhangt met de landsverde diging, zooals operatieplannen, oorlogsorganisatiën, mo bilisatieregelingen, plans van versterkingen, enz. b. Voorwerpen, waarvan het bezit aan het leger een zekeren voorsprong geeft op buitenlandsche legers, zooals sommige wapens, kaarten, speciale vredesformaties, e.d. Wat onder a. genoemd is, wordt onder alle omstandig heden geheim gehouden, terwijl de geheimhouding van de onder b bedoelde voorwerpen onder zekere omstandig heden opgeheven kan worden. 732

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1912 | | pagina 50