Juli 1912]. Mededeelingen dan de tegenwoordige sterkte volstaan. Daar het zeer moei lijke bergterrein nabij de grens tusschen Korea en Mantsjoe- rije het operatieterrein tusschen vrij nauwe grenzen benerkt, meent schijver aan 10 divisiën genoeg te hebben, vooral, wanneer op daartoe gunstig gelegen plaatsen duurzame wer ken opgericht worden, en Japan meester van de zee blijft. Hinkt dus, volgens schrijver, de landmacht op twee ge dachten, met de zeemacht is het niet veel beter gesteld. Immers, de gevechtssterkte eener vloot wordt heden ten da ge beoordeeld naar het aantal slagschepen van het type „Dread nought" en de daarmede overeenkomende slagkruisers, en de Japansche zeemacht telt op het oogenblik slechts vier dread nought's, n. 1. de „Satsuma", de „Aki" de „Kawachi" en de „Settsu", terwijl een slagschip en vier slagkruisers in aan bouw zijn. Tegenover de zeemacht van vreemde mogendhe den maakt de Japansche dus een vrij droevig figuur: Ame rika heeft sedert 1908 8 dreadnought's gebouwd en zal er 12 bij hebben voor het einde van 1917, indien er 2 per jaar gebouwd worden, of 24, indien er 4 per jaar gebouwd worden, zooals de marineautoriteiten daar te lande hopen. Duitschland heeft sedert 1908 15 dreadnought's gebouwd, en is van plan voor het einde van 1917 er nog 19 bij te bouwen. Indien de volle-zeevloot werkelijk met een derde eskader uitgebreid wordt, zullen, behalve de reeds genoemde, nog 8 groote slagschepen gebouwd worden. Met deze en der gelijke cijfers voor oogen, noemt de schrijver het handhaven van de heerschappij op de zeeën in het verre oosten voor Japan nog moeilijker dan het plukken van visschen van een boom, tenzij de Japansche vloot eene kolossale uitbreiding ondergaat. Hij komt tot de conclusie, dat de verhouding tus schen de sterkten van land- en zeemacht thans niet de juiste is (verg. 6), want, terwijl de vloot niet voldoende is, om Ja pan aan de zeezijde te dekken, is het leger veel sterker dan noodig is om de grenzen van Korea, d. w. z. Japan's land grenzen, te dekken. Ook de in (14) en (15) gegeven getallen vinden geen genade 736

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1912 | | pagina 54