Japansche weermacht. [Juli 1912. in zijne oogen. Volgens hem bedroegen de onkosten van de landmacht gedurende den oorlog in totaal ongeveer 1300 mil- lioen yen, en de duur van den veldtocht 618 dagen, terwijl de gemiddelde sterkte van het leger door hem op 400000 man gesteld wordt. Naar zijne schatting is derhalve het in (14) genoemde bedrag te klein. De onkosten der zeemacht becijfert hij op 230 millioen yen, terwijl de totale waterver plaatsing van de schepen ongeveer 230000 ton bedroeg, zoo dat ook het in (15) genoemde cijfer z. i. veel te klein is. Alvorens ook in verband met eenige andere persuitingen 's schrijvers beschouwingen over de betrekkelijke sterkte van Japan's land- en zeemacht nader te bespreken, volgen hieron der eenige andere opmerkingen, waartoe het boven bespro ken antwoord van de beide militaire ministers aanleiding geeft. In de eerste plaats het geheim houden van militaire we tenswaardigheden, waarin men het in Japan, dank zij het gevoel van solidariteit tegenover den vreemdeling, het uiterst moeilijke schriftstelsel en het achterdochtige volkskarakter, tot eene benijdenswaardige hoogte gebracht heeft. Maar ook in het trekken van een grens tusschen geheime en niet-geheime zaken gaat men in Japan veel verder dan in andere legers. Zoo wordt de oorlogssterkte b. v. in andere staten niet ge heim gehouden, al was het alleen daarom, dat oefeningen met oorlogsterke afdeelingen op de kaart en in het terrein noodzakelijk zijn en derhalve sterkte en samenstelling van dergelijke afdeelingen toch niet geheim blijven kunnen. Wat de onder lb bedoelde zaken betreft, zij hier vermeld, dat bijzonderheden omtrent nieuw ingevoerd materieel eerst vier jaar na de aanschaffing daarvan gepubliceerd mogen worden. Uit (10) blijkt duidelijk, dat het legeren van 2 volle divi- siën in Korea nog steeds op het verlanglijstje der Regeering staat. Bij de behandeling van de oorlogsbegrooting door de commissie van voorbereiding in de kamer van afgevaardigden kwam deze zaak ter sprake. In antwoord op eene desbetref fende vraag deelde de Minister van Oorlog mede, dat het on- 737

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1912 | | pagina 55