Juli 1912]. Mededeelingen Om op alle gebeurlijkheden voorbereid te zijn, heeft de Regeering een drietal divisiën aangewezen om zich gereed te houden op het eerste bevel geheel of gedeeltelijk naar China te vertrekken, n. 1. de 8de divisie (stafkwartier te Nagoija) voor Chihlivan deze divisie bevindt zich reeds een detachement aldaar de 12de divisie (stafkwartier te Kokura) voor Mantsjoerije; de 18de divisie (stafkwartier te Kurume) voor het Yangtse- gebied; van deze divisie bevindt zich reeds een detache ment te Hankow. Natuurlijk zijn deze maatregelen vrij kostbaar. Volgens de mededeeling van den Minister van Financiën in de kamer van afgevaardigden was op het einde van Januari reeds 847000 yen uitgegeven. Alzoo werd den I2den Februari eene supplementaire begrooting op die voor het dienstjaar 1 April 1911—81 Maart 1912, ten bedrage van 887000 yen, ingediend, en te voorzien in de meerdere uitgaven van het ministerie van oorlog tot 1 April van dit jaar. Voor het dienstjaar 1 April 1912-31 Maart 1913 kreeg het ministerie van oorlog de beschikking over 1600060 yen. Wapening en uitrusting. Uit het nieuwe reglement voor de cavalerie blijkt met zekerheid, dat de cavaleriekarabijn van eene toeslaande bajonet voorzien is. Deze wijziging is echter nog niet overal aan gebracht. Voor het geheele leger is een nieuw-model ransel in gevoerd. Hij is vervaardigd van ongelooid runderleder, met het haar aan de buitenzijde en aan de binnenzijde gevoerd met eene uit hennep geweven stof. Alle riemen hebben de natuurkleur. Tot versterking is in den ransel een houten geraamte, dat aan eene zijde naar het beloop van den rug van den man eenigszins uitgehold is. Het is vervaardigd van bruin gelakt hinoki(chamaecyparis obtusa)hout, de hoe ken zijn bekleed met hennepdoek. Op den mantel der officieren, welke tot nu toe geen 750

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1912 | | pagina 68