Japansche weeemacht. [Juli 1912. rangonderscheidingsteekenen droeg, zijn thans kraagsterren aangebracht en wel aan elke zijde één ster voor subalterne, twee sterren voor hoofd- en drie sterren voor opperoffi- cieren. Het metaal van deze sterren heeft dezelfde kleur als de knoopen op de jas. De kijker op drievoet, ingericht tot hoekmeting en bestemd voor de batterijcommandanten, komt in inrichting overeen met de „hypoplast", beschreven op blz. 297 van het Weten schappelijke Jaarbericht van de Vereeniging ter beoefening van de Krijgswetenschap, 1909. Onder voorbehoud wordt medegedeeld, dat bij de bereden artillerie ingevoerd is eene granaat met bodembuis. Alzoo zou deze wapensoort de beschikking krijgen over drie soorten projectielen, n.l. eene granaatkartets en eene granaat, elk voorzien van eene tijdschokbuis, en eene granaat met bodem buis. De punt dezer granaat is gehard, waaruit volgt, dat zij bestemd is tot het doorboren van sterk weerstandbiedende doelen. Niet onwaarschijnlijk zal de granaat met tijdschokbuis mettertijd door eene granaat met bodembuis vervangen worden; ook het vroegere veldgeschut Meiji 31 bezat eene granaat met bodembuis. Luchtvaart. Ook in het afgeloopen kwartaal werd geen vooruitgang van beteekenis in de luchtvaart opgemerkt. De Minister van Oorlog moest dan ook in de kamer van afgevaardigden toe geven, dat Japan op dit gebied nog geen vorderingen van be lang gemaakt had, hetgeen hij o.a. toeschreef aan de hevige, plotseling opkomende windvlagen. Ongetwijfeld is dit voor de luchtvaart in Japan een factor van grooten invloed, doch daar mede is het veelvuldig haperen en defect raken van de motoren ook in den laatsten tijd niet verklaard. De achter lijkheid van Japan in het vliegen moet dan ook eerder worden toegeschreven aan de onhandigheid van de monteurs. 751

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1912 | | pagina 69