Japansche weermacht. [Juli 1912. zij ter plaatse bleef bivakkeeren. (De 1ste munitiecolonne bi vakkeerde dus op 2 plaatsen). In den avond ontvingen de commandanten van de 1ste mu nitiecolonne en van de 1ste verplegingcolonne de opdracht om op 20 Februari af te marcheeren teneinde hunne voorra den in den etappe-eindpost aan te vullen. De divisie zou op 20 Februari de vervolging voortzetten, terwijl bovengenoemden commandanten tevens werd medegedeeld, dat in den namiddag vijandelijke cavalerie was gezien in de nabijheid van de door hen te volgen weg. In verband met dit laatste werden bij den afmarsch op 20 Februari, overeenkomstig bet reglement, veiligheidsmaat regelen genomen door uit de even groepscommandanten en de reservegeleiders veiligheidsafdeelingen te vormen. Tijdens den marsch wierpen deze een afdeeling afgezeten cavaleiie terug, waarop de marsch naar den etappe-eindpost vei dei- ongestoord verliep. Gedurende de volgende dagen werd het optreden van den bagagetrein beoefend, uitgaande van de onderstelling dat een divisie in opmarsch was om een in aantocht zijnden vijand terug te slaan. De drie treinbataljons werden daartoe nog op 20 Februari in colonne op één weg vereenigd en stelden de bagagetreinen van de hoofdmacht der divisie vooi. In den namiddag kreeg de commandant dier voertuigencolonne het bevel de onderdeelen van den bagagetrein zelfstandig te doen afmarcheeren naar de legeringsplaatsen dei afdee- lingen, waartoe zij behoorden. (De legeringsplaatsen van de onderdeelen der divisie waren uiteraard in dat bevel op genomen). Nadat de commandant bovengenoemd den commandanten der onderdeelen van den bagagetrein het bevel had medege deeld, werd te 5.30 n. m. de beweging begonnen. Zoowel de aard van de wegen smal, veel bochten en hellingen als de af te leggen afstanden (voor sommige totaal op 20 Februari 40 K. M.) maakten dezen dag voor man en paard zeer vermoeiend. 755

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1912 | | pagina 73