Japansche weeemacht.
[Juli 1912.
ontving de commandant van den bagagetrein van den divi
sie-commandant het bevel om naar een bepaalde plaats af
te marcheeren, terwijl de divisie den vijand, die den terug-
marsch weder had aangenomen, zou vervolgen. Tijdens den
marsch ontving hij bericht, dat vijandelijke cavalerie ter sterk
te van ongeveer 1 peloton in den vroegen morgen was afge
marcheerd naar het hem door den divisie-commandant aange
duide marschdoel. Hij verzamelde daarop een detachement
van 100 man, waarbij alle officieren en marcheerde daar
mede naar het bewuste punt, de voertuigen voorloopig ach
terlatend. Hij kwam in aanraking met de vijandelijke ca
valerie J eskadron), welke echter spoedig verdween. On-
dertusschen waren de voertuigen zonder officieren met een
minimum aantal geleiders zonder iets tot onmiddelijke be
veiliging op den weg blijven staan. Wanneer de vijan
delijke cavalerie wat meer initiatief had betoond en zich had
afgevraagd, van waar het vijandelijk detachement afkomstig
was, dan had zij met een enkele patrouille den geheelen ba
gagetrein kunnen verrassen.
Met alle waardeering voor het streven van den comman
dant om den te volgen weg van vijanden te willen zuiveren,
moeten zijne maatregelen worden afgekeurd, daar hij, evenals
gedurende den afgeloopen nacht, de onmiddellijke beveiliging
had verwaarloosd.
Enkele uren na het uitzenden der veiligheidsafdeeling ont
ving de commandant bericht, dat de divisie den vijand, die
wederom stelling had genomen, zou aanvallen en dat de
2e artillerie-munitiecolonne (veronderdsteld) ontboden was en
zich naar het gevechtsveld haastte.
Aangezien door het onbruikbaar verklaren van een weg
slechts één opmarschweg beschikbaar was, moest de com
mandant van den bagagetrein den weg voor de naderende muni
tiecolonne vrijmaken, waartoe hij de voertuigen op een geschik
te plaats deed oprijden. Dit geschiedde onder dekking der bo
venvermelde veiligheidsafdeeling, die de vijandelijke cavalerie
nog steeds vervolgde.
757