768
Juli 1912],
Van Alles Wat.
geven waarschijnlijk een recht duidelijk beeld van den werkelijken
toestand.
Omgekeerd verkeert de aanvaller steeds meer in het onzekere,
naar gelang de vooruitgeschoven stelling beter is uitgekozen en deze
beter wordt verdedigd. De aanvaller kan niet weten of hij de hoofd
stelling van den verdediger voor zich heefthij blijft in het onzekere
omtrent de krachten, die hij zelf moet inzetten om de vooruitgescho
ven stelling te nemen, zoodra hij deze als zoodanig heeft herkend.
Daardoor zal hij spoedig geneigd zijn eerder te véél troepen in te
zetten om vlug een resultaat te verkrijgen, dan dat hij met onvoldoen
de krachten gaat werken, waardoor een échec zal worden geleden en
wederom de twijfel wordt gevoed, dat men ten slotte tóch niet met
een vooruitgeschoven stelling, doch met de hoofdstelling heeft te doen.
En juist deze voortdurende onzekerheid heeft bij de aanvallende troe
pen iets overprikkelends, dat de zenuwen afmat en dit is juist de
moreele waarde van de vooruitgeschoven stelling.
Voorwaarde is echter, dat de vooruitgeschoven stelling naar alle
zijden zoodanig is beveiligd, dat een vijandelijke verkenning niet aan
het licht kan brengen, hoe groot de sterkte van den hier tegenover-
liggenden verdediger is. Als hoofdbestanddeel der troepen is voor voor
uitgeschoven stellingen veel cavalerie en artillerie gewenscht, terwijl men
slechts zooveel infanterie noodig heeft, dat zij in vereeniging met de
cavalerie den aftocht van de artillerie kan dekken, wanneer het beoogde
doel is verkregen. De artillerie is in staat door haar ver dragend vuur,
den vijand reeds op grooten afstand tot ontwikkeling te noodzaken
voorts kan zij een poging tot gewelddadige verkenning van de zijde van
den aanvaller werkzamer verijdelen dan de slechts in minderheid zijn
de infanterie. Hoe meer infanterie men in de vooruitgeschoven stel
ling heeft, des te moeilijker is later het zich van den vijand losmaken
en het gevaar is nabij, dat de troepen in de vooruitgeschoven stelling
niet meer op tijd terugkeeren.
En dit is ook het hoofdbezwaar, dat de tegenstanders van voor
uitgeschoven stellingen maken, n.l. dat zij vreezen, te moeten ge-
looven, dat ten slotte de troepen in de hoofdstelling hunne kameraden
in de vooruitgeschoven stelling te hulp moeten komen en de goed
versterkte verdedigingstelling moeten prijs geven en men dus op een
plaats slag levert, waar dit noch in de bedoeling van den aanvoerder,
noch met het oog op het terrein aunstig en wenschelijk is. Dit gevaar
bestaat zonder twijfel en de discipline zal dan ook niet steeds kunnen
beletten, dat vanuit de achtergelegen hoofdstelling, de daar voor vech
tenden ondersteuning wordt verleend.
Bewijzen daarvan zijn in de krijgsgeschiedenis het eikenbosch van
Skalitz en het Swip-Wald bij Ivöniggratz. Echter zal men de reeds
hiervoren genoemde groote voordeelen der vooruitgeschoven stellingen
moeten waardeeren, om ten slotte ook een nadeel mee in den koop te
nemen. Wat ik boven vermeldde is toch slechts een gevaar, dat niet
onverbiddelijk behoeft te bestaan.
In ieder geval leert ons een blik in de nieuwe „Russische gevechts-