i Uan Ureemde begers. Duitschland, 776 Troepenuerüoer o d e r Zee, Sedert laDgen tijd houdt men zich in Duitschland bezig met dit onderwerp. De Generale Staf werkt met de Marine samen tot behan deling dezer aangelegenheid. Zoowel de expeditie naar China in 1900 als het troepenvervoer gedurende den opstand in Z. W. Afrika heeft de Duitschers met de praktijk van het onderwerpelijke vraagstuk in kennis gebracht. Ook van de ervaringen, die op dit gebied de Russisch- Japansche oorlog opleverde, werd met veel belangstelling kennis ge nomen. Omtrent de denkbeelden, die thans in Duitschland met betrekking tot bovengenoemd onderwerp bestaan, kan in het kort het navolgende worden aangeteekend: Schepen, voor het transport van troepen gebezigd, moeten een inhoud hebben van 3000 a 5000 ton als minimum. Yan den totaal inhoud wordt door machines, kolen e. d. 40 in genomen, zoodat 60 °/0 voor de troepen beschikbaar blijft. Voor een bataljon Infanterie is noodig netto 2500 ton, voor een eskadron 1700 ton, voor een batterij rijdende artillerie 1850 ton, voor een batterij veld-artillerie 2300 ton, voor één sectie van de munitie colonne 1600 ton netto. Een divisie infanterie vereischt een netto inhoud van 85000 ton, dus een 30-tal schepen. Haar men in Duitschland aanneemt, kan Engeland niet meer tegelijk vervoeren dan drie divisiën infanterie en één divisie cavalerie met de daarbij behoorende diensten, étappe-troepen, enz. Een dergelijk trans port zou, indien van langen duur, 180 vaartuigen met een inhoud van 670.000 ton en indien van korten duur, 120 vaartuigen met een inhoud van 400.000 ton vereischen. Omtrent landingen wordt vermeld, dat daarbij de transportschepen op een afstand van elkaar behooren te liggen gelijk aan 3 maal de lengte van het schip. Per Kilometer dus wel niet meer dan 8 schepen. Voorts niet meer dan drie liniën van transportschepen achter elkaar. Op deze wijze zou voor een divisie een landingsstrook van 2 K. M. noodig zijn. Onder gunstige omstandigheden kunnen 2500 man infanterie, 1000 paarden en 60 kanonnen in 6 uur aan land zijn. Journal des sciences mil. 1912 No. 106.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1912 | | pagina 94