Ouerzicht Dan eenige Tijdschriften.
Mavors 1912 No. 5.
Het aanvangsartikel is getiteld Voorgeschoven stellingen en detache
menten", van de hand van den res. Luit. Kol. J. C. van den Belt.
S. behandelt hierin de denkbeelden die omtrent de voorgeschoven
stellingen in de voornaamste legers, in 't bijzonder Frankrijk en
Duitschland, heerschen.
In den laatsten tijd wordt dit onderwerp in verschillende vaktijd
schriften nog al aangeroerd. Gelijk bekend, zijn de Duitschers tegen
standers van dergelijke stellingen, terwijl de Franschen er daarentegen
een ruim gebruik van denken te maken. Toch behaalde de verdedi
gende partij bij de Duitsche manoeuvres in 1910 bijzonder mooie
resultaten met haai' voorgeschoven stellingen.
Eigenaardig is wel, dat ook majoor von Hoppenstedt in „die Schlacht
der Zukunft" het Duitsche leger met vóórstellingen laat werken, zeer
tot verbazing van den (Franschen) aanvaller, die zoo iets niet ver
wacht had.
Onze gevechtshandleiding gaat met de Duitsche beginselen accoord
(punt 100). "Wij voelen het meeste voor ons beginsel, maar hadden
eigenlijk nog liever geen beginsel op dit punt.
„Hoeveel schoten per stuk" aldus luidt de vraag door luit. A.
D. Putman Cramer gesteld. Het antwoord wordt niet gegeven, doch
alleen medegedeeld, dat het munitieverbruik bij de artillerie enorm
zal zijn.
Wijlen Generaal Langlois wenschte voor het Fransche leger 3000
schoten per stuk, waarvan 1500 over de treinen verdeeld. In Ne
derland zijn in de treinen per stuk aanwezig 332 projectielen, terwijl
er aan de Hembrug 485 per stuk zijn. Dit totaal van 817 per stuk
wordt thans opgevoerd tot 1000.
De Kapitein W. E. van Dam van Isselt vervolgt zijn onderwerp
„Een nationaal verdedigingsmiddel", reeds vroeger in dit tijdschrift
vermeld. Thans worden in 't kort vermeld de nadeelen, welke aan
„militaire onderwaterzettingen" kleven, n. 1. dat de verdediger zich
zelf daardoor de kans op een offensief optreden ontneemt. Naar S.
meent, zullen de Nederlandsche onderwaterzettingen van dien aard
zijn, dat voor den verdediger een offensief optreden, ook in front,
volstrekt niet behoeft te zijn uitgesloten.
779