Aug. 1912].
Uit de Pers.
898
Of wij tot dergelijke hoogere uitgaven in staat zijn, is met een en
kel woord niet uit te maken, daar ons ook de gegevens ontbreken om
in ronde cijfers te berekenen, wat een dergelijke strijdmacht zal kosten.
De werving zal enorm moeten worden opgevoerd en om de menschen
te kunnen krijgen, zullen de handgelden hooger moeten worden. Hier
tegenover staat echter, dat een militie-korps veel goedkooper te onder
houden is dan een staand leger.
Dat de natie en ook Indië tot hoogere offers in staat en ook bereid
zijn, daarvan houden wij ons overtuigd. De absolute zekerheid, dat
voortaan onze groote belangen iu lndië op afdoende wijze beschermd
worden, de overtuiging, dat dan de mogelijkheid is uitgesloten, dat
met Indië ook al onze daarin gestoken reuzen-kapitalen onherroepelijk
verloren gaan, zullen ons bereid maken, die meerdere offers te plengen.
Wij hebben angstvallig vermeden, den lezer te vermoeien met cijfers,
waartoe de titel van dit opstel wel eenige aanleiding had kunnen
Teven. Toch moeten we een paar noemen.
De uitgaven op de Indische begrooting voor het leger bedragen slechts
15 pCt. van de totaal uitgaven. Wil men de uitgaven van Marine
daarbij voegen, dan blijkt, dat Nederland een koloniaal rijk verdedigt
ten koste van 20 pCt. van het geheele jaarlijksche staatsbudget.
Zwitserland betaalt voor zijn leger alleen reeds 47 pCt. Duitschland
brengt jaarlijks 58 pCt. ten offer aan zijn gezamenlijke strijdkrachten.
Met dergelijke procenten voor oogen, mag zelfs een financieele leek
aannemen, dat het rustig bezit van Indië, de zekerheid van ons volks
bestaan ons meer waard is.
Wat de natie wil, mag hare vertegenwoordiging niet langer tegen
houden In stede van haar tijd te verbeuzelen met zedelijkheids- of
vogelwetten, hopen we, dat de volksvertegenwoordiging voor deze ééne
enkele maal een Indische aangelegenheid met ernst en met goeden
wil ter hand zal nemen en de fondsen zal toestaan, die noodig zijn
om afdoende maatregelen te nemen voor de handhaving van onze
positie als tweede koloniale mogendheid.
Loc. 29 Juli K-