Sept. 1912.] Eene vergelijking tusschen de verovering en het zou ons te ver voeren hierop verder in te gaan. Genoeg zij het te constateeren, dat het militaire doel nog niet was bereikt toen tot teruggaan werd besloten. Wat deden de Engelscheu nadat gebleken was, dat hunne verwachtingen voor wat betreft de hulp der bevolking niet werden verwezenlijkt? De Commandant der expeditie, de generaal Campbell, was belast zoowel met politiek als met militair gezag, alzoo de eenige verantwoordelijke man, hetgeen, vooral in tijden van tegenspoed, een niet genoeg te waardeeren voordeel is; dientengevolge kon geen sprake zijn van het afschuiven van verantwoordelijkheid. Wil dat voordeel goed tot zijn recht komen, dan moet de persoon, op wiens schouders de taak van het commando der expeditie wordt gelegd, daarvoor volkomen berekend zijn, hetgeen zonder twijfel van Campbell kon worden gezegd. Bij vergelijking van Engeland's en Nederland's handelingen mag echter niet worden vergeten, dat het voor een groot rijk altijd gemakkelijker is iemand te vinden, die de ver- eischte bekwaamheden bezit, dan voor een klein rijk, dat in zijn keuze van een opperbevelhebber veel meer is beperkt. Campbell kon niet oprukken naar den zetel van den vorst, zooals in de bedoeling lag. Het eenig afdoend middel om den vorst tot inwilliging der eischen te dwingen, kon alzoo niet worden toegepast. Moest Campbell nu daarom teruggaan of te Rangoon blijven? Zeer terecht besloot hij tot het laatste, want, al kon het verblijf te Rangoon weinig nader voeren tot de bereiking van het doel, het belette in elk geval dat de Burmeezen in hun hoog gevoel van eigenwaarde werden versterkt en dat op de O. grens van Engelsch-Indië meer actief door den vijand werd opgetreden. Bovendien, al was voor Campbell strategisch offensief optreden uitgesloten, zoo was te ver wachten, dat de Burmeezen, die reeds jaren rondliepen met het plan Engelsch-Indië te veroveren, strategisch offensief zouden optreden en Campbell zag terecht in, dat het tac tisch offensief dan voor hem een middel zou zijn, om den vijand min of meer te schokken in zijn hoog gevoel van eigenwaarde. 908

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1912 | | pagina 10