7(f De reseroe ooor bet Dederlandscb- Indiscb heger. Ieder jaar vermeldt het Koloniaal Verslag het resultaat van de in 1902 begonnen proef tot vorming van eene leger reserve. Blijkens het laatste bedraagt het aantal reservisten 417 Europeanen en Inlanders (w.o. 4 Amboineezen), zeer zeker een treurig resultaat van een ongeveer 10 jarig streven. Ten aanzien van het Inlandsch element is de proef dan ook als volkomen mislukt te beschouwen, zoodat naar andere middelen zal moeten worden omgezien om in tijd van oorlog het Indisch leger uit te breiden. Voor wat betreft het Euro- peesch element kan niet worden gesproken van eene totale mislukking; van de 4000 in Indië aanwezige gegageerde en gepensionneerde militairen zijn ruim 400 of 10% toe getreden tot de reserve. Naar vermoed wordt, is het grootste gedeelte daarvan tot dien stap besloten, omdat dientengevolge de schutterplicht vervalt, zoodat bij eventueele opheffing der schutterijkorpsen n. o. m. het aantal Europeesche reservisten aanmerkelijk zou verminderen. De basis, waarop het reser- veinstituut voor wat betreft het Europeesche element berust, is daarom niet vast te noemen, en zoolang geen ingrijpende maatregelen tot oplossing van het reservevraagstuk worden ge nomen, zal eene aan redelijke eischen voldoende reserve ontbreken. De bovengeschetste treurige toestand is zeker niet te wij ten aan geringe belangstelling voor dit voor ons leger zoo hoogst belangrijk vraagstuk. Bij de bestudeering toch van het onderwerp blijkt, dat het reeds van af het begin dei- vorige eeuw onder de oogen werd gezien. De reden van de mislukking van alle tot verbetering gedane proeven, voor stellen enz. moet dan ook gezocht worden in de daaraan verbonden groote moeilijkheden. Teneinde deze te kunnen beoordeelen, is het noodzakelijk 809 cO

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1912 | | pagina 11