Aug. 1912]. De reserve v/h. Ned.-Ind. Leger. te vormen uit eene Inlandsehe militie. Aan zijn nota dd. 14 Januari 1831, gericht aan den Raad van Nederlandsch-Indië, wordt het volgende ontleend. Het doel der korpsen was krachtdadig mede te werken tot bewaring van de publieke rust en om zoo mogelijk te worden ingelijfd bij het leger. In elke Residentie zou worden gevormd eene Inlandsehe militie, bestaande uit Infanterie en Cavalerie (de Infanterie 4 maal zoo sterk als de Cavalerie); 12 man onder 1 korporaal zouden een korporaalsschap, 2 tot 5 ser geantschappen een barisan onder een officier vormen. Het kader en de officieren moesten worden getrokken uit de aanzienlijken des lands. De engagementen waren geheel vrijwillig. In geval van inlijving bij het leger moesten dadelijk nieuwe korpsen worden opgericht. Voor oefening was in iedere Residentie noodig een onderofficier van de Infanterie en van de Cavalerie. De betaling geschiedde in rentevrije sawahs, met dien verstande, dat, kader en minderen door elkander gerekend, de kosten in geen geval meer dan f 50.— per hoofd bedroegen. In dezelfde nota werd gemeld, dat met de vorsten van Madoera was overeengekomen, dat deze zouden oprichten en onderhouden Te Bangkalan en Soemenap een bataljon Infanterie, een compagnie Cavalerie en een compagnie Artillerie, te Pamekasan bataljon Infanterie, J compagnie Cavalerie en 4 compagnie Artillerie. De compagnieën hadden een formatie van 1 kapitein, 3 luitenants en 163 minderen. De twee eerstgenoemde korpsen stonden onder een luitenant-kolonel, het laatste onder een majoor. Bij Gouvernements besluit, van 12 Februari 1831 No. 43, werd de organisatie van de pradjoerits op Java vastgesteld; bij Gouvernements besluit van 29 September 1831 No. 2' die der Barisan van Madoera. In de bijdrage voor Land-en Volkenkunde van Nederlandsch-Indië 1864 komt voor „het verslag mijner verrichtingen in Indië gedurende de jaren 1818 tot en met 1833" door van den Bosch. Hieruit blijkt de oprichting van hoogerbedoelde korpsen, zoomede dat de 814

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1912 | | pagina 16