van Burma was medegedeeld, dat, als hij geen vriendschap met de Engelschen onderhield, onvermijdelijk de verovering van Opper-Burma zou volgen en de val en verbanning van zijn geslacht daarmede gepaard zou gaan, deinsden de Engel schen blijkbaar toch weer voor de gevolgen terug; althans het plan tot annexatie werd niet uitgesproken. Bij de uitrusting der expeditie werd dan ook slechts reke ning gehouden met het oprukken naar en het bezetten van Mandalay, de toenmalige hoofdplaats des rijks. Nu is hier tegen niet veel in te brengen de uitrusting van zoo'n expe ditie is toch al niet eenvoudig, maar, nu het de bedoeling was zoo vlug mogelijk naar Mandalay op te rukken, had men maatregelen moeten nemen om den krijg, na de bezetting van Mandalay, zoo noodig te kunnen voortzetten. In een van de meest nabijzijnde havens hadden eene strategische reserve en de noodige transportmiddelen voor te land agee- rende colonnes beschikbaar moeten worden gehouden, om op het eerste sein te kunnen vertrekken. Bij de strategische reserve hadden voorts bereden troepen moeten zijn ingedeeld, daar te voorzien was, dat ze goede diensten zouden kunnen bewijzen, waarop bovendien zie the Coming of the great Queen—wel degelijk was gewezen. Niets van dat alles was echter geschied. Het is bijna niet aan te nemen, dat het Britsch Indisch Bestuur een en ander zou hebben verzuimd, als het niet tot het laatst toe had gehoopt eene andere oplossing van het Burmavraagstuk te vinden dan de eenig mogelijke, zoo juist door den kolonel Sladen ineen uitvoerig schrijven uiteengezet, (Coming of the great Queen) nl. be sluiten tot annexatie. Het seheen wel, alsof het Britsch Bestuur dit niet wilde begrijpen. Voor de taak, die aan de expeditionnaire troepenmacht werd opgedragen, nl. het onverwijld oprukken naar Mandalay, was de sterkte en de uitrusting der troepen ruim voldoende. De keuze van operatiebasis en operatielijn gaf geen moeielijk- heden, daar de Irrawaddy de eenig mogelijke operatielijn was. Bij de expeditionnaire troepen werd geen cavalerie ingedeeld, 917 PACIFICATIE VAN BüKMA EN VAN AïJEH. [Sept. 1912.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1912 | | pagina 19