Sept. 1912.] Een en ander over gezamenl. Schietoefeningen.
Worden twee of drie liniën achter elkaar door schijven
voorgesteld, dan kan eveneens op zeer eenvoudige en aan
schouwelijke wijze het aantal treffers worden bepaald, dat
in elk van die schijvengroepen kan worden verwacht en
hoeveel treffers gemaakt zijn door kogels, die door twee of
door drie schijven zijn gegaan.
3e. Er wordt op 300 M. door goede schutters gevuurd op een
liggende tirailleur linie, waarachter zich op 50 M. een knielende
ondersteuningstroep bevindtvoorgesteld door schijven-, vizier:
standvizier-, mikpuntvoet tirailleurlinie. Hoe groot is het
vermoedelijk trefferprocent in beide schijvenen hoe groot dat
der kogels, die door beide schijven zijn gegaan
In bijlage B. S.V. vindt men, dat in de baan van 366 M.
de verheffing op 300 M. 30 cM. is; die baan, die rakelings
over de tirailleurlinie gaat, heeft op 350 M. een verheffing
van 10 cM. De treffers in de onderste strook van 10 cM.
hoogte zijn dus dubbele treffers. De hierbij gevoegde tabel
geeft voor 350 M. goede schutters onder 0,50 (hoogte) 38
m M., dus voor 0,10 M. 7,5 mM. Door de teekening der schij
ven (fig. 4). te leggen onder het trefferbeeld, telt men 26
treffers in de tirailleurlinie, 27% in den ondersteuningstroep
en daarvan 9 dubbele treffers.
4e. Om de vraag te beantwoorden hoeveel treffers er bij het
vuren op staande-, romp-, borst- en kopschijven valhn in de schijf
en hoeveel in de figuurteekent men weer de schijf met de figuur
op de voorgeschreven schaal.
Fig. 5 stelt voor (op schaal) een staande-, een romp-, een
borst- en een kopschijf, waarop op 500 M. door goede schut
ters wordt gevuurd; men telt dan resp. 15, 10, 6 en 4 tref
fers, waarvan telkens twee buiten de figuur.
De schijven 1, 2 en 3 in het S.V. zijn geteekend zóó, dat
de figuren een breedte van 15 mM. he bbendit is de breedte
die men in den staat vindt achter 600 M. bij middelmatige
schutters; bij het vuren op dien afstand en op die schijven,
behoeft men het trefferbeeld slechts hierop te leggen, om
het vermoedelijk trefferprocent te vinden. Voor slechte schut
ters is die afstand 533 M., voor goede 800 M.
926