De Japansche Cavalerie enz.
[Sept. 1912.
stellen de zorg voor het paard, „het eenige levende Wapen
der Cavalerie", in het juiste licht en zij wijzen op de nood
zakelijkheid van tucht, „een levensbelang" van den troep,
en van zelfstandig handelen.
Tegenspraak zullen deze grondbeginselen wel nergens uit
lokken zij verkondigen eenige waarheden, welke in vroegere
en latere oorlogen onbetwistbaar gebleken zijn. Maar voor-
loopig hebben vele hunner niet meer dan eene theoretische
waarde, daar net den Japanners over het algemeen aan den
waren ruitergeest ontbreekt.
Bij al hunne voortreffelijke soldateneigenschappen missen
de Japanners allen aanleg om een goed cavalerist te worden,
't Is waar, de oorlog in Mantsjoerije heeft aangetoond, dat
zij bezield zijn met een prachtigen offensieven geest, onmis
baar voor het offensieve wapen bij uitnemendheid, de vre-
desopleiding verzuimt niets om hen te overtuigen, dat zij
de meerderen van andere volken zijn, x) maar men vergete
met, dat de handelingen der Russen in den oorlog voor de
Japanners nooit een beletsel waren, om in alle kalmte offen
sieve bevelen te ontwerpen. En nu kan men bij leiders en
aanvoerders eene zekere traagheid in het nemen van besluiten
opmerken; alles moet van te voren rijpelijk overdacht en
van alle kanten bekeken worden, vóórdat men tot handelen
overgaat. 2J Komt eene dergelijke overdreven bedachtzaam
heid, voortspruitende uit langzaam denken, gepaard aan vrees
voor verantwoordelijkheid, in de oorlogs- en gevechtsvoering
in het algemeen niet te pas, zij is in lijnrechten strijd met
het wezen van het ruiterwapen, waar even snel gedacht en
beslist als gehandeld moet worden.
Met dit gemis aan vlotheid gaat gepaard gebrek aan aan
leg en lust tot rijden. Wel zijn de menschen licht en lenig,
twee voor ruiters waardevolle eigenschappen, maar hun korte
935
1) Zie ook het verslag over den mil. politieken toestand van Japan in 1911,
zie afl. 4 blz 353.
2) Er is reeds meermalen hierop gewezen.