[Sept. 1912. drukking „zoo snel mogelijk doorzetten" meer of iets anders gezocht wordt dan hare zuiver taalkundige beteekenis alleen. Het Japansche reglement bevat dan ook wijselijk geen en kele bepaling voor eene „verkorte aanvalswijze" te voet; in Mantsjoerije hebben de Japanners te goed kennisgemaakt met de uitwerking der hedendaagsche vuurwapenen, om het ver keerde van zoo'n bepaling, welke, naar ik meen, nog in het Duitsch reglement voorkomt, in hun nieuw reglement op te nemen, waartegenover echter opgemerkt dient te worden, dat de munitievoorraad, 60 patronen bij den man, waarvan 30 in eene tasch aan het lichaam en 30 in een der zadeltas- schen, niet voldoende schijnt, zelfs al wordt in aanmerking genomen, dat de door afgezeten Cavalerie te voeren aanval lende gevechten niet hetzelfde langdurig verloop hebben als de groote en voor den oorlog beslissende slagen, welke de Infanterie door te maken heeft. Zuinigheid werd mij als de oorzaak van dezen geringen munitievoorraad genoemd. Legt men nu het gedeelte van het Cavaleriereglement, dat het optreden te voet behandelt, naast het Infanteriereglement, dan blijkt, dat op de meeste plaatsen tusschen beide eene woordelijke overeenstemming bestaat; men heeft zich evenwel eene zekere beperking opgelegd. Nu is het, in het algemeen genomen, zeker niet noodig, dat het geheele Infanterieregle ment ten behoeve van de opleiding te voet in het Cavalerie reglement wordt opgenomen; boven is reeds opgemerkt, dat de Cavalerie nooit op dezelfde wijze als de Infanterie zal deelnemen aan de groote beslissende slagende gevechten, welke het ruiterwapen tot uitvoering van den ophelderings- en verkenningsdienst en ook bij andere gelegenheden te voe ren heeft, zijn van kleiner afmetingen, zoodat haar gevechts voorschrift niet zoo ver behoeft te gaan als dat der Infan terie. Daar staat tegenover, dat de aanvoerders en leiders der Cavalerie meer dan hunne kameraden van de Infanterie voorlichting behoeven op een terrein, dat zij niet dagelijks- betreden. Het Iste deel behandelt het optreden te voet van geen- 941 EEGI.EMENT VAN 13 MaART 1912.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1912 | | pagina 43