reglement van 13 Maart 1912. [Sept. 1912. dezelfde zijn als die der Infanterie de verschillen ten gevolge van de bewapening met karabijn daargelaten is een gevolg van het streven van den vorigen Generaal - Inspecteur der militaire opleiding naar eenvormigheid, hetwelk in dit geval niet tot vereenvoudiging geleid heeft. Immers, de opleiding van de Cavalerie wordt veel eenvoudiger, wanneer de bewe gingen te voet zooveel mogelijk op dezelfde wijze als die te paard uitgevoerd worden. Het zal de aandacht getrokken hebben, dat blijkens het reglement de ruiter de sabel als regel aan het lichaam draagt en haar alleen dan aan het zadel bevestigt, wanneer tot het gevecht te voet afgestegen wordt. De oorzaak hiervan is, dat de wijze van bevestiging aan het zadel nog niet vastgesteld is, zoodat men den ouden toestand behouden heeft en tot beves tiging van de sabel aan het zadel bij het afstijgen tot het gevecht te voet voorloopig van een eenvoudigen, korten riem gebruik maakt. Zelfs dit geschiedt nog niet eens bij alle regimenten. Al voert de Cavalerie het voetgevecht volgens geheel de zelfde beginselen als de Infanterie, de gevechtsorde der af gezeten Cavalerie heeft immer een bij de Infanterie onbe kend onderdeel, n.l. de handpaarden. De paarden vormen de bron van de snelheid van beweging der Cavaleriezij moeten dus steeds in bruikbaren toestand gehouden worden, waaruit volgt, dat bij hunne opstelling ge durende het vuurgevecht in de eerste plaats op dekking tegen 's vijands vuur gelet moet worden. Eerst in de tweede plaats komt de afstand tot de afgezeten ruiters. Wel kan zulks ten gevolge hebben, dat veel tijd verloopt, vóórdat de ruiters bij hunne paarden aangekomen en weder opgestegen zijn, doch dit nadeel zal, in het algemeen genomen, niet zoo groot zijn als het buiten gevecht geraken van een grooter of kleiner aantal paarden. Het Japansche reglement wenscht, dat de handpaarden tegen 's vijands oog en vuur gedekt zijn en dat er eene gedekte gemeenschap met de tirailleurlinie bestaat. 943

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1912 | | pagina 45