De reserve v/h. Ned.-Ind. Leger. [Aug. 1912. meetkundige reeks vormen, waarvan de rede is 100~ he|^erlies het verlies x noemende, zou dan: 1 (laatste term) =r a (eerste term) X (n^r) 25> waarin 1 60, a= 1924. Hieiuit x oplossende vindt men daarvoor 13.1. Het leger zou dan echter bestaan uit 25 groepen (le term -+- 2e term -j- 3e term enz.), die met 1 jaar verschil in dienst getreden zijn en alle 13.1 °/Q verliezen zouden lijden, m. a. w. het heele leger zou in 1 jaar 13.1 van zijn sterk te verliezen. Het jaarlijksch verlies bedroeg echter slechts 8 waaruit onvermijdelijk volgt, dat niet alle 25 groepen eenzelfde procent van hun sterkte verliezen. De grootste groe pen moeten dus kleinere verliezen lijden dan 8 om een ge middeld verlies van 8 te kunnen krijgen. Hu werd door ons aangenomen, dat de verliesprocenten, jaarlijks door een bepaalde groep geleden, gelijkmatig stijgen; wel is waar is het mogelijk, dat als gevolg van omstandig heden voor een bepaald jaar (bijv. het 1ste) die regelmaat in werkelijkheid niet zal bestaan, maar, waar cijfers ontbraken, waren wij wel genoodzaakt eene regelmatige klimming aan te ne men, waardoor in ieder geval een beeld van den toestand wordt gegeven, dat den feitelijken toestand zeer nabij moet komen. Eene berekening leerde nu dat, om te komen tot een totaal verlies °/0 van 8, het verliesprocent van een bepaalde groep van 1924 man achtereenvolgens moet bedragen 0.6,1.6, 2.6, 3.6, 4.6 enz. De sterkte van die groep na ieder jaar uitrekenende, komen we dan tot de getallen 1924,. 1912, 1881, 1832, 1766, 1685, 1591, 1486, 1373, 1255, 1155, 1015, 897, 784, 677, 578, 488, 407, 335, 273, 219, 174, 136, 105, 80, 60. Het leger zal dus, als jaarlijks 1924 man worden aange worven, bestaan uit een groep van 1924, eengroepvan 1912, een van 1881 enz. t/m een groep van 80, hetgeen te samen geeft eene sterkte van 24008. Was de berekening volkomen zuiver, dan moest deze som 24051 bedragen, maar dit ver schil is zoo gering, dat wel mag worden aangenomen dat, uitgaande van een regelmatige klimming van de verliespro centen, deze moeten zijn 0.6, 1.6, 2.6 enz. 845

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1912 | | pagina 47