steeds driester optreedt. Dit optreden wordt dan ten laatste
zoo hinderlijk voor de betrokken partij, dat deze wel genood
zaakt wordt handelend op te treden om den despoot af te
brengen van de dwaling dat hij, als de sterkere, de willekeur
bij zijne handelingen hoogtij kan doen vieren.
Zoo ook in Burma en Atjeh.
De Burmeezen vermeesterden ten slotte Assam en bedreig
den de Oostgrens van Engelsch-Indië. Toen de Engelschen
hiertegen niet optraden, gingen ze nog verder en eischten ze
Shapooree op, dat aan Engeland toebehoorde en, toen dit eiland
niet werd afgestaan, veroverden zij het in 1823. Wel werd
dit eiland weer door de Engelschen heroverd, doch om ge
zondheidsredenen weer verlatenBurma's houding bleef
arrogant. Toen nu ook op de Westgrens van Burma de vijan
delijke houding vrij wel was overgegaan in een oorlogstoe
stand, besloten de Engelschen tot het zenden van eene expe
ditie.
De Atjehers zie Kielstra bl. 18/22 werden ook steeds
brutaler, zoo zelfs, dat niet alleen de Hollanders niet op Atjeh
konden komen, maar dat zelfs op de Westkust van Sumatra
onze vestigingen herhaaldelijk bestookt werden en onze han
delsschepen zich, als gevolg van het optreden van Atjehsche
zeeroovers, zonder behoorlijk escorte niet in de wateren van
Atjeh en Sumatra's Westkust konden vertoonen. Hier eischte
dus het handelsbelang krachtdadig optreden, waartegen ech
ter werd opgezien. Wel werd enkele malen eene poging in
het werk gesteld om verbetering in den toestand te brengen
(het zenden van twee oorlogsschepen naar Baros in 1838, het
zenden van eene expeditie naar Singkel in 1840), maar deze
handelingen droegen meer het karakter van het afweren van
toegebrachte slagen dan van krachtdadig optreden. Al moch
ten de Atjehers daardoor voor eenigen tijd in hunne arrogante
handelingen gestuit worden, blijvend was het resultaat zooals
te verwachten was—-niet, hetgeen o.m. moge blijken uit de
door Kielstra op bl. 24 en 25 vermelde feiten.
Steeds hoopte men echter nog tot eene vredelievende op
lossing van de hangende geschillen te geraken. Zoo werd
903
PACIFICATIE VAN BURMA EN VAN AïJEH. [Sept. 1912.