ra
WM
fflededeeiing uan het Departement ücïïi
Oorlog, De manoeuures in 1912.
Algemeene oorlogstoestand.
Van eene Blauwe partij is de hoofdmacht tusschen den 5den en den
12den October bij Cheribon, een detachement ter sterkte van één divisie
den 5den October nabij Tjilamaja, geland.
De Roode (Nederlandsch-Indiscbe) partij besluit, op het bericht van
de landing te Cheribon, hare hoofdmacht in het JS' oord-Oostelijk gedeelte
van de Preanger-Regentschappen te concentreeren en zendt den 8sten
October een brigade naar Padalarang.
Bijzondere bepalingen in verband met den
VREDESTOESTAND.
Het manoeuvreterrein, waarbuiten dus geen troepenverplaatsingen
of bewegingen mogen plaats hebben, wordt begrensdten Westen door
de Tjitaroem, vanaf de samenvloeiing met de Tji Kao tot aan de
Spoorbrug bij Radjamandala; ten Noorden en Oosten door de Tji Kao
tot Poerwakarta, den weg Poei'wakartaWanajasa en de denkbeeldige
lijn Wanajasatop» G. BoerangrangBandoeng; en ten Zuiden door de
spoorbaan, van de brug over de Tjitaroem bij Radjamandala tot Bandoeng.
De oorlogstoestand treedt in op den 13den October te 4 uur n.m.
Op dat uur moeten legering, opstelling en beveiliging zijn tot stand
gekomen, zooals in werkelijkheid zou hebben plaats gehad, terwijl vóór
dat tijdstip geen troepen van een der partijen de grenslijn tusschen
de residentiën Batavia en Preanger-Regentschappen zullen mogen
overschrijden.
De oorlogstoestand blijft gehandhaafd tot het oogenblik, waarop
eindigen van de manoeuvre wordt gelast en wordt alleen onderbroken
op bevel (signaal) van den Leider.
De Artillerie wordt verondersteld in haar geheel te zijn bewapend
met snelvuurgeschut.
Leider: Zijne Excellentie de Commandant van het Leger.
I. Staf van den Leider.
Adjudant: de Kapitein van den Generalen Staf K. P. E. Gerth van
Wijk.
Chef van den Staf: Luitenant-Kolonel van den Generalen Staf P. J.
Spruit.
Toegevoegd Luitenant-Kolonel-Intendant A. P. L. Faubel.
Majoor van den Generalen staf S. H. Schutstal van Woudenberg.
968