eenige meerdere eischen worden gesteld. Eene vestiging op Atjeh lag niet in de bedoeling, m. a. w. de Indische Regeering wilde alleen aan Atjeh toonen, dat zij de sterkste was, in de hoop, dat de Atjehers, dit eenmaal wetende, eieren voor hun geld zouden kiezen en dat zoodoende eindelijk de vriend schappelijke handelsverhouding, zoo lang reeds gewenscht, zoude tot stand komen. "Wat Burma betreft, vond ik het staatkundig doel nergens met juistheid aangegeven en zijn wij genoodzaakt dit af te leiden uit het verdrag van 24 Februari 1826, daarbij de kans loopende, dat de toen kenbaar gemaakte eischen de oorspron kelijk gestelde min of meer overtroffen. Yan erkenning van opperheerschappij was geen spraketoch ging het staatkun dig doel verder dan het onze tegen Atjeh, daar men niet wilde volstaan met het toebrengen van een klap, om daarna eischen te kunnen stellen in het belang eener goede verstand houding. De O. I. compagnie hoopte door bezetting of annexatie van enkele deelen van het Rijk de bestendiging van de bij den oorlog verkregen resultaten te kunnen waarborgen. De laatste pogingen om tot, eene vredelievende oplossing te geraken, leden natuurlijk schipbreukdit is natuurlijk, omdat het gevoel van meerdere macht, de oorzaak van alle beleedigingen, nog niet voldoende was geschokt. Op het gestelde staatkundig doel moest nu het militaire doel worden gebaseerd. Dit doel is in algemeenen zin steeds het breken van 's vijands weerkracht, maar de groote moeie- lijkheid is om vast te stellen, waaruit die weerkracht bestaat. In de Inlandsche rijken zijn meestal geen vaste legerswordt oorlog verwacht, dan worden alle weerbare mannen opgeroe pen tot den strijd. Het al of niet gehoor geven aan die roep stem, het al of niet te velde blijven hangen meestal af van den invloed van een of meer aanvoerders (c. q. priesters). Somtijds zijn dit de vorsten zelf, soms hebbben deze echter weinig invloed en zijn het hovelingen of ondergeschikte hoofden, die, alnaarmate de kracht, welke van hen uitgaat, min of meer de ziel zijn van den strijd. Men moet zich daarom de 905 PACIFICATIE VAK BURMA EN VAN AïJEH. Sept. 1912.]

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1912 | | pagina 7