Militaire telegrafie en telefonie. [Aug. 1912.
waardoor eene verandering der stroomsterkte plaats heeft.
Een kabel over een afstand van bv. 4. M. om de telefoonlijn
gedraaid en verbonden aan het afluisterende toestel, dat
met den anderen knop aan de aarde is gezet, neemt uitstekend
alle gesprekken over, zonder iets aan het plaats vindende
op de hoofdlijn te veranderen (inductie).
Bij telefonen gaat het opvangen dus zeer goed mits de-
geen, die luistert, de taal van het gesprokene voldoende ver
staat om het gesprokene op te schrijven. Gunstige toestanden
als indertijd in Zuid-Afrika, waar beide tegenstanders een
zelfde taal machtig waren, zijn in dit opzicht hooge uitzon
dering.
Meer dan bij steeds in beweging zijnde aanvalstroepen, zul
len telegraaf en telefoon toepassing vinden bij den verdedi
ger en tot onderlinge verbinding van de verschillende bivaks.
Hieruit volgt direct, dat bij manoeuvres, en in meerdere
mate nog bij oefeningen op kleiner schaal, waar uit den aard
der zaak door gebrek aan tijd de verschillende handelingen zich
in het algemeen veel vlugger afspelen dan in de werkelijk
heid, de taak der telegraaf- en telefoonafdeelingtm zeer ver
zwaard wordt en meestal niet die resultaten worden verkregen,
welke men zich voorstelt.
Bij de groote manoeuvres bij Tomo in 1911 kwam het
meer dan eens voor, dat een telefoonlijn gereed kwam, nadat
de te verbinden troepenafdeeling al weer van plaats was ver
anderd.
Yan Kadipaten werden twee telefoonlijnen gelegd, grooten-
deels blank draad, één over eene lengte van 10 K. M. in de
richting van Soemedang met een zijtak van 3. K. M.\ één in
de richting van Darmaivangi. Toen de lijnen gereed waren,
bleek de lijn naar Soemedang rijkelijk lang, die Daar Darma-
wangi veel te kort, waarop het bevel gegeven werd aan den
telefonist te Kadipaten: „Neem 2 paal van den weg naai Soe-
medang weer op en verleng er de richting Darmaioangi mee.
Deze opdracht zou 7 uur geduurd hebben, ware zij uitge
voerd geworden; bovendien was de cavaleriedraad op tal van
80?