Ouerzicfit uan eenige Tijdschriften,
876
Mavors 1912 No. 6.
„Gezag voeren" aldus de titel van een kort artikel van den Luit.
Kol. D. M. E. de Ridder. S. wijst er on dat „gezag voeren" heel wat
anders is dan „met gezag bekleed zijn". De tijd ligt niet zoo ver ach
ter ons, zoo zegt S., toen een bulderend commando, een snauwende
stem, een krachtige vloek, een ongenaakbare houding, ja zelfs niet
zelden ook een lichamelijke afstraffing de kenteekenen en eischen
van het gezag waren. Het glorietjdperk van den Sergeant Bullebak
en den kapitein Nijdas.
S doet dat tijdperk, naar we meen9n, wel een beetje onrecht aan
door er zóó over te schrijven Had men het toen dan heelemaal bij
het verkeerde eind Indien we zoo iets verklaren, dan moeten we
ons niet verwonderen, als er zijn, die ons tegenwoordig systeem van
gezag voeren eveneens ondeugdelijk vinden.
Maar het verschil tusschen toen en heden is niet zoo groot, als we
uit de woorden van S. zouden moeten opmaken. Veel van wat we
zoo gaarne onder „gezag voeren" zouden willen verstaan, bestaat he
laas alleen nog in theorie, is nog niet overgedragen in de prakiijk
van het militaire leven.
Geheel eens zijn we het met S., waar hij aan het slot zegt, dat de
ouderen vooral door hun voorbeeld aan de jongeren moeten leeren,
hoe deze het in hunne hauden gelegd gezag op de krachtigste en
waardigste wijze kunnen voeren.
Van de artikelenreeks „Schetsen uit Mantsjoerije (1904/5)" door den
res. Luit. Kol. J. C. van den Belt valt thans te vermelden het gevecht
aan de Jalu.
In aflevering 3 van Mavors gaf de Luit. Kol. van den Gen. Staf
F. Dell een overzicht van het huidige standpunt der handgranaten.
In deze aflevering worden door denzelfden schrijver de geweergranaten
en werpgranaten behandeld.
De reden, dat deze laatste in meerdere landen in beproeving wor
den genomen, moet vooral worden gezocht in het groot aantal ongeluk
ken met de gewone handgranaten, waarvan ook talrijke berichten uit
den Russisch-Japanschen oorlog gewag maken.
Wij vestigden reeds de aandacht op het artikel „Een en ander over
het gevecht in de duisternis" van den len. Luit, H. G. Keppel Hes-
selink.