Tactische Oefening op de kaart»
Oplossing Dan Oefening fio, 1.
880
De Detachement» Ct. heeft zelfstandig te beslissen, op welke wijze
hij zich van de hem verstrekte opdracht zal kwijten.
In de eerste plaats doet zich de vraag voor, of hij offensief dan wel
defensief moet optreden.
Wordt het offensief met succes bekroond, zal het meest afdoende
resultaat worden bereikt; van den vijand, in Z. richting teruggeworpen,
zal in dat geval voorloopig niet veel te vreezen zijn. Doch zelfs al
zou de uitslag niet zóó gelukkig zijn, dan nog bestaat de kans,
dat de tegenpartij - zooals herhaaldelijk in de krijgsgeschiedenis is
webleken door het eigen offensief, in haar optreden wordt verlamd.
Hier tegenover staat evenwel dat het detachement, offensief op
tredende, zich bloot stelt aan de wisselvallige kansen van een ont
moetingsgevecht tegen eene vijandelijke troepenmacht, omtrent welker
sterkte nog slechts zeer onvolledige gegevens voorhanden zijn, terwijl
bovendien door de geringe sterkte van de ter beschikking gestelde
Cavalerie, maar in dit geval ook door den aard van het terrein en den
korten afstand, waarop men van den vijand verwijderd is, weinig kans
bestaat, dar tijdig nauwkeuriger berichten zullen binnenkomen.
Door zich tot het defensief te bepalen, wordt het voordeel verkre
gen van de keuze van het gevechtsterrein, terwijl in dit geval wellicht
no" tijd en gelegenheid zal zijn, de uitgekozen stelling te versterken.
Aanleg van dekkingen, uitzetten van afstanden, verbeteren van liet
schootsveld, verbeteren van wegen voor eigen gebruik en versperren
van de naderingswegen voor den vijand.) Wel geeft men hierdoor
grootendeels de kans prijs, de tegenpartij eene beslissende nederlaag
toe te brengen, maar vóór alles komt het er op aan, de eigen hoofd
macht in staat te stellen, ongestoord Soekaboemi te bereiken.
Deze overwegingen moeten o. i. den Detachements Ct. doen besluiten
van een offensief optreden althans aanvankelijk af te zien.
Eenmaal tot een verdedigend optreden besloten, dient de Det. Ct. zich
af te vragen, waar hij weerstand zal bieden.
Reeds dadelijk kan worden opgemerkt, dat de vijand zóó ver van den
marschweg der Divisie verwijderd moet worden gehouden, dat het bren
gen van gericht artillerievuur op dien weg voor hem is uitgesloten.
Hoewel van vuur zonder waarneming zelden of nooit uitwerking is te ver
wachten, is het toch gewenscht ook dit voor hem onmogelijk te ma-
ken.
Hoe verder evenwel de stelling naar het Zuiden gekozon wordt, des
te minder tijd zal in geval de vijand Noordwaarts oprukt beschik
baar zijn, om de stelling in te richten.