Enkele opmerkingen naar aanleiding enz. [Oct. 1912, schrift in dien geest evenmin in een reglement of in de Ge- vechtshandleidiug worden verwacht. Men verlieze niet uit het oog, dat ieder bevelhebber per soonlijk verantwoordelijk is voor de richtige uitvoering van de hem verstrekte opdracht. Voor de uitvoering dezer opdracht is het noodig, dat hij zijne ondergeschikten van bevelen voor ziet. Geeft hij den Ct. van een zijner onderdeelen eene zoo danige vrijheid, dat zooals Schrijver het noemt bet be- velsverband ophoudt, dan is het.gevaar inderdaad verre van denkbeeldig, dat van eene samenwerking van dit onderdeel met de andere in het geheel niets terecht komt. Hoeveel voorbeelden geeft ons niet de krijgsgeschiedenis van het mislukken eener oorlogshandeling door het ontbreken van eene eenhoofdige leiding, en dat, terwijl vaak elk van de aan die handeling deelnemende troependeelen, ieder voor zich, op de meest energieke wijze het aangegeven gevechtsdoel tracht te te bereikenEen oorlogje spelen op eigen houtje, zooals door Schrijver voor de Mitrailleurcompagnie gewenscht, moet noodzakelijk tot versnippering van krachten leiden. Volgens Schrijver zou het handhaven van het „bevelsver- band" een niet-economisch gebruik van de gevechtskracht dei- machinegeweren ten gevolge hebben. Dit nu is mij ten eenen male onbegrijpelijk. Bemoeit zich bijv. een Bataljons Ct., als het gevecht eenmaal begonnen is, met het openen en staken van het vuur van eene sectie in de tirailleurlinie, of de Ct. eener gemengde troepenmacht zich voortdurend met het vuur zijner Artillerie? Dat de Mitrailleurs nadat zij door de troepen Ct. zijn ingezet gebruik "makende van hunne groote vuursnelheid en de geringe spreiding van den bundel, als regel het vuur richten tegen gesloten afdeelingen, is logisch. Maar dit blijft ten allen tijde van kracht geheel onafhankelijk van de wijze waarop de mitrailleureenheden zijn georganiseerd. Of de mi trailleur op een voertuig of paard, dan wel door den man ver voerd wordt, is noch van invloed op de vuursnelheid, noch op de gedaante van de kogelbaan of op den vorm van den 1013

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1912 | | pagina 35