Oct. 1912.] Enkele aanteekeningen over den Topograph.
in hoofdzaak tot het nemen van enkele contrölepeilingen
en het in overeenstemming brengen van de signatuur met
de legenda en het hier en daar aanbrengen van veranderingen
of verbeteringen.
Zijn de kadastrale gegevens onvoldoende, dan moeten met
de trigonometrisch en graphisch bepaalde punten tot grond
slag nieuwe punten bepaald worden, zoo mogelijk door
bepaling der poolcoördinaten en wanneer door de groote afstan
den of de bedektheid van het terrein optische afstandsmeting
niet mogelijk is, door de zoogenaamde kleine triangulatie.
Voor het in kaart brengen van het geraamte D vinden toe
passing
1. Das Detaülieren im Alignement Rayonieren und Messen),
waarbij de punten in het terrein om de verschillende vaste
punten straalsgewijze worden vastgelegd, tacheometrisch
dus.
2. Das Detaülieren im Alignement auf der Hand Rayonie
ren auf der Hand). Hierbij wordt de teekenplank met de
boussole, of naar een vast punt georiënteerd; uit de vrije
hand worden stralen getrokken en hierop de afgepaste of
geschatte afstand uitgezet.
3. Die Arbeit am Eayone. De opnemer beweegt zich in de
richting van een bepaald punc en legt zijwaarts gelegen
punten door rechthoekige coördinaten vast.
4. Das Detaillieren mit Springstanden voor lange lijnen,
boschgrenzen, boschpaden, waterloopen. enz. Onze manier van
meten dus (in Pruisen „eine ïteihe von Lattenüberschla-
gen"). 2)
b. Het inteekenen der terreinvormen bepaalt zich voor
namelijk tot het aangeven van het beloop der ruggen en
1036
1) Om de aansluiting mogelijk te maken, ontvangt de mappeur van de
naastliggende bladen 25 c.M. randstrooken van den bewerker dier bladen.
Werden deze reeds vroeger voltooid, dan verstrekt liet Instituut photogra-
phische copieën der „Anstoszstreifen."
2) Zie Jaarverslag van den ïopographisehen Dienst 1910, Bladz 279: ook
punt 103 van liet „Vorsclirift für die Topographisehe Abteilung der Landes-
aufnahme", Berlin 1905, E. S. Mittler Solin.