Mavors 1912 No 8.
De Res. Luit. Kol. van deu Beit zet zijü beschouwingen over „Voor-
geschoven stellingen en detachementen" voort. (Zie I.M.T. 1912 No 7).
Bepaald nieuwe gezichtspunten worden door S. in deze aangelegen
heid niet geopend. S. geeft in hoofdzaak slechts aan, wat in de
verschillende voorschriften omtrent deze materie is vermeld, alsmede
■welke denkbeelden door eenige schrijvers van naam daarover worden
S. noemt de redactie van punt 63 der Nederlandsche Gevechtshand
leiding eene „zeer gelukkige," omdat daarin de voor- en nadeelen
worden genoemd, welke aan „voorstellingen" zijn verhonden.
Van onze gevechtshandleiding zagtS.: „de Gevechtshandleiding voor
het Indische Leger huldigt het Duitsche standpunt x). Niet gelukkig
echter komt mij de redactie voor."
Waarom die redactie minder gelukkig is, vermeldt S. echter niet.
Onze handleiding wijdt slechts een 12-tal regels aan de „voorstel
lingen," terwijl de Nederlandsche daarover ruim een 70 tal bevat.
Vergelijkt men evenwel het slot van de 5e alinea van punt 63 van
de Nederlandsche handleiding met punt 100 van de onze, dan blijkt,
dat in beide eigenlijk hetzelfde slaat.
Vermelden we in de tweede plaats het vervolgartikel .Militaire on
derwaterzettingen" van Kapitein W. B. >an Dam van Isselt.
S behandelt thans in het kort de „Militaire-Inundariën-wet, welke
in 1896 tot stand kwam.
Hoe noodzakelijk deze wet was, toont S. met talrijke voorbeelden
uit oi ze krijgsgeschiedenis aan Bijna in eiken strijd, die op Neer-
lands bodem werd gevoerd, stuitte men bij de toepassing van de voor
genomen verdedigingsmaatregelen op de eigenzinnigheid en het be
krompen inzicht van het meerendeel der Nederlandsche boeren.
Konden we uit de voorgaande nummers van Mavors een toegepaste
nachtelijke oefening van Luitenant Keppel Hesselink vermelden, thans
is het de Luit E H. van den Akker, die ons „een nachtaanval op
Rijnsburg" een voorbeeld van een oefening in de duisternis geeft.
S. begint met de verzuchting, dat er op dit gebied zooveel theoretische
beschouwingen zijn, maar dat er nog zoo weinig practisch geoefend
wordt. Accoord.
1) Deze uitdrukking vinden we minder goed gekozen. N,
1057