'patrouilles in het 3de Reg. Cav. [Oct. 1912. den aan groote vermoeidheid, aan gebrek aan tijd en aan het feit, dat een groot gedeelte 's nachts opgenomen moest worden. Twaalf uur na thuiskomst werden de paarden aan een uit voerig' en nauwkeurig onderzoek onderworpen. De uitkom sten van dit onderzoek zijn samengevat in bijlage 9. Er werd geconstateerd, dat de patrouilles nog voldoende gevechtskracht hadden, d, w. z. zij waren in staat gedurende 20 minuten in galop verschillende bewegingen uit te voeren x). Na thuiskomst werden de paarden aan de volgende behan deling onderworpen: Driemaal per dag werden zij gepoetst, waarbij vooral de beenen met eene bos stroo afgewreven werden. Daarna wer den de beenen nog met een wrijfmiddel behandeld 5) Gedurende de drie eerste dagen na thuiskomst werden zij tweemaal per dag, telkens 40 minuten lang, aan de hand afgestapt. Op de volgende dagen kalm wandelrijden, zoodat zij langzamerhand aan het gewone werk gewend werden. In denzelfden tijd werd, verdeeld over drie maaltijden, gevoerd 5.44 L. haver en 3.63 L. tarwezemelen; stroo en hooi, beide als haksel, in de gewone hoeveelheid. Daarna werden deze rations geleidelijk vermeerderd, totdat de gewone hoeveelheid na eene week gevoerd werd. Sommige paarden waren bij thuiskomst zoo vermoeid, dat hun gang hoogst onzeker was. Echter hei stelden zij in korten tijd, doch hun gewichtsverlies was niet zoo spoedig aange vuld. De meeste evenwel waren weldra in normale conditie. De beschadigde paarden waren binnen 3 of 4 dagen na terugkomst geheel hersteld, behalve een paar gevallen van hoofdontsteking, waarvan er echter één na eene week gene zen was. Zie verder bijlage 6. De toestand van de ruiters blijkt uit bijlage 5. Vergeleken met vroegere ritten, geven de uitkomsten van 993 1) De aanteekening aan den voet van bijlage 9 doet vermoeden, dat niet alle paarden aan deze proef werden onderworpen- 2) Met welk wrijfmiddel wordt niet vermeld.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1912 | | pagina 7