PATBOUiLLES in het 3de Reg. Cav. [Oct. 1912. den met verheven gangen vermoeien zich spoedig in de ge wrichten, vooral bij het rijden op harden grond. Maar men hoede zich ook voor paarden, die neiging tot aanstooten hebben. Goede eetlust is noodzakelijk. Afstandsritten eischen groote krachtsinspanning en daarvoor is eene overvloedige voeding noodig. Gedurende elke rust wordt dus gevoerd en het paard zal hetgeen hem voorgezet wordt, dadelijk tot zich moeten nemen, maar niet met lange tanden eten. Men stelle de officierspatrouille samen uit paarden, die niet te veel in uithoudingsvermogen en andere eigenschappen van elkander verschillen. De commandant der patrouille zal de snelheid der patrouille regelen naar het zwakste paard. De ruiters moeten zoowel eeu sterk lichaam als een sterken wil hebben. Zonder wilskracht zullen zij het spoedig opgeven, wanneer zij gedurende een donkeren nacht bij het doortrek ken van een steilen bergpas het gekrijsch van de apen te gelijk met het huilen van den stormwind vernemen, terwijl de stroomende regen hen tot op het gebeente doorweekt." Sommigen meenen, dat het rijden van de eigenlijke patrouil le in het programma van de trainingsperiode opgenomen moet worden, zonder te letten op den tijd, die voor de trai ning beschikbaar is. Het doel van de training is geen an der dan het krachtig maken van het lichaam, waartoe afstan den van 20—30 K. M. per dag afgelegd worden, tegelijk met het opvoeren van de dagelijksche rations. Maar de eigenlijke training moet ongeveer eene week vóórdat de rit gereden zal worden, afgeloopen zijn. Het is verkeerd één of twee dagen vóór het begin van den rit groote krachtsinspanning van de paarden, zij 't bij wijze van „training", te vergen, daar zij in dat geval niet volkomen frisch bij het afrijden zullen zijn. Men moet dus rekening houden met den tijd, welke voor training beschikbaar is, en nu zal men als regel niet meer dan 2 of 3 weken daarvoor kunnen bestemmen, daar men paarden en mensehen niet langer aan den gewonen dienst kan onttrekken, en deze tijd is veel te kort, om daarin den geheelen rit te rijden. 995

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1912 | | pagina 9