Nov. 1912.] Leger en vloot bi.j de verdediging v. Ned.-Indië. de conclusie, dat aan de vloot bij de defensie van Indië de prioriteit moet worden toegekend, zij het ook niet op de gewoonlijk daarvoor aangevoerde gronden. Het voortbestaan van een NederlaDdsch-Indisch Rijk is alleen denkbaar, wanneer over een krachtige vloot wordt beschikt. Een leger, hoe goed ook georganiseerd en uitgerust, kan dat bestaan nooit verzekeren. Dit kan nooit iets anders doen dan naarmate van zijn sterkte één of meer eilanden verdedigen. Maar het leger kan alleen lijdelijk afweren, het kan niet anders dan strategisch-defensief werken. Het kan niet verder gaan dan de kust, en derhalve alleen het noodlot afweren, maar nooit eenig gewicht in de schaal leggen om een gunstige wending in den politieken toestand te brengen. In het gunstigste geval kan het leger op het (de) eilan den) waar het optreedt, den vijand tot embarkeeren dwingen, maar voor de andere deeien van ons kostbaar bezit kan het niets doen. Het kan evenmin beletten, dat de vijand door blokkade handel, scheepvaart en alle welvaart vernietigt, zoodat we ondanks het plaatselijk succes van het leger ge dwongen worden tot een vrede, die ons van het grootste deel van ons kostbaar bezit berooft. En men vergete niet, dat, naarmate meer en meer kapitaal beschikbaar komt voor de ontginning der buitenbezittingen, de overige eilanden van den archipel snel in waarde stijgen. Ook de houding van de inlandsche bevolking tenminste zoolang die zich nog niet in haar geheel één met ons voelt zal ons het minst zorg behoeven te baren, wanneer we den strijd zoolang mogelijk buiten het land voeren. Vechten we op zee, dan ondervindt zij het minste nadeel en is de kans het geringst, dat haar stemming tegenover ons ongunstig wordt. Tot het volbrengen van zijn taak kan het leger na de 1082 1) Wanner men met het leger meer dan een eiland wil verdedigen, zal men een krachtige vloot al niet meer kunnen ontberen, tenzij men de legers op de eilanden geheel onafhankelijk van elkaar maakt, zoodat communicatie tijdens den oorlog onnoodig is. Dat men dan vermoedelijk nog goedkooper uitkomt met een krachtige vloot, behoeft wel geen betoog.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1912 | | pagina 10