Nov. 1912], Voorbeeld van troepenvervoer per spoor op Java. details wilden aangeven, wat in oorlogstijd de taak der Permanente Militaire Spoorwegcommissie is en hoe zij alsdan werkt. De Instructie voor deze commissie, vastgesteld bij G. B. van 23 Dec. 1902 No. 27, wordt o.a. aangetroffen als bijlage II van het bij alle korpsen aanwezige voorschrift „Regeling van het militair vervoer over de spoor- en tramwegen", terwijl in de reeds genoemde lezing van den Heer Weijerman een beknopt overzicht van bedoelde taak wordt gegeven. Er wordt aangenomen, dat de brigade als volgt is samen gesteld a. Brigadestaf, b. 4 Bataljons Infanterie, c. 1 Eskadron Cavalerie, d. 1 Divisie Veldartillerie a 2 batterijen a 4 stukken, e. H/a Sectie Genietroepen, i Staf le Inf. munitiecolonne 2 Sectiën f. Munitietrein g. Verbandsectie, Staf 2e Inf. 1 Sectie Staf le Art. 2 Sectiën Staf 2e 1 Sectie Verplegingsafd. a 2 Sectiën h. Verplegingstrein Bakkerij Veldslachterij Administratie van de gecombineerde troepen. Als sterkte van bovengenoemde onderdeelen, werd genomen die, welke we in de bestaande „Oorlogsorganisatiën" aantreffen. Opgemerkt wordt daarbij, dat de hoeveelheid mateiieel bij onze tegenwoordige Snelvuur-veldbatterijen grooter is dan vroe ger. Daarentegen zal een brigade niet zooals voorheen een ge heel eskadron Cavalerie bezitten, doch slechts een half eskadron. Voor boven genoemde onderdeelen krijgen we alsdan een samenstelling als hieronder aangegeven. 1096

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1912 | | pagina 24