verplaatsing der Brigade, besloten de treinen van Bandjar tot Tjitjalengka in dubbele tractie (2 locomotieven) te doen rijden. Alsdan mag het treingewicht 2 X 180 360 ton bedragen. Dergelijke treinen kunnen op de vlaktelijn in enkele tractie worden vervoerd middels de aldaar in gebruik zijnde vlaktelijn- locomotieven. Op de tramlijn Djokja-Willem I zijn in totaal 43 locomotieven in gebruik, waaronder er 15 zijn, welke over bijna het geheele traject Magelang-Djokja treinen van 360 ton en meer kunnen verplaatsen. Alleen op het gedeelte Blabak-Moentilan, een afstand van slechts 5 K. M., zal bij gebruik van laatst genoemde locomotieven nog een voorspanmachine noodig zijn. Zonder twijfel zal de met de regeling van het vervoer belaste Lijncommissie onder de door haar in vredestijd ver zamelde gegevens ook de noodige normen van treinsamen- stelling, gebaseerd op een treingewicht van 180 ton, bezitten. Door eenvoudige combinatie van onderdeelen der brigade wor den nu met behulp van die gegevens treinen van 360 ton geformeerd. Het zou ons te ver voeren, wilden we hier de detailbere keningen voor de samenstelling der verschillende treinen aangeven. Volstaan we daarom met het navolgende: 1 AB. of BC. wordt berekend a15 ton, 1 C. met 50 militairen15 ton, 1 V. met 6 groote of 8 kleine paarden 8 ton, 1 P. met karren of sado's7 ton, 1 P. met geschut9 ton, 1 G. met bagage, enz8 ton. In verband met de reeds aangegeven samenstelling van een Bataljon zijn nu daarvoor benoodigd: 1 AB. (officieren)15 ton 15 C. (minderen)225 10 V. (paarden) 2 P. (karren) 2 G. (bagage, enz.) 16 Totaal 350 ton 1103 VOORBEELD VAN TROEPENVERVOER PEE SPOOR OP JAVA. [NOV. 1912. T V

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1912 | | pagina 31