Nov. 1912.] Enkele aanteekeningen over den Topograph. stemming was met de nieuwe legenda. Bovendien werd een doorzichtige (door drenken in parafineolie) kooldrukcopie van elke aangewezen „Section" verstrekt. Nadat in het terrein op de bruincopie de veranderingen waren ingeteekend, werden de wijzigingen met gekleurd potlood on den transparanten overdruk overgenomen en deze opgezonden naar het Instituut. Op het glasnegatief werden hier de gecorrigeerde gedeelten met verf afgedekt en langs photolithographischen weg een zwartdruk vervaardigd, waarop de afgedekte partijen dus niet voorkwamen. De ledige plekken moesten nu gedurende de wintermaanden, aan de haDd der ge durende den veldarbeid verzamelde gegevens, worden opgewerkt. Kwamen in een „Section" zeer veel veranderingen voor, dan werd de bruincopie voor zoo veel noodig verder uitgewerkt en de goede gedeelten onveranderd gelaten. Daar het bruin zoo danig gekozen was, dat het in de photographie hetzelfde effect gaf als inkt, kon de reproductie zonder eenig ongerief geschie den; althans zoo dacht men. Al spoedig bleek echter, dat de bruindrukkeo zonder geheele omwerking niet voor de reproduc tie geschikt waren en overgeteekend moesten worden, zoodat men weer even ver was als met de uitwischbare blauwdrukken. Talrijke proeven om iets beters te verkrijgen liepen op niets uit; de overweging voorts dat de herziening wat betreft de "Aufnahms-Seetionen" te weinig en de bijwer- 1120 1) In het algemeen zal een herziening slechts dan nuttig effect sorteeren, wanneer het oorspronkelijke materiaal goed is. Is dit niet het geval, dan ver krijgt men of inferieur werk, of de herziening wordt een volslagen hermeting- Daar hij de herziening in hoofdzaak de graphische of synthetische methode toepassing vindt, lijkt het van veel belang over tal van numerieke gegevens te beschikken en vooral bij het kaarteeren op groote schaal zoo niet geheel, dan toeli veelvuldig gebruik te maken van de analytische of getallenmethode. In v. Löbell's Jahresberichte wordt omtrent de herziening aangeteekend: »Diese (der unterbrochenen Fortführung der gesammten Kartenwerke) so »einzurichten, dass alle auf den Laufenden möglichst erlialten werden, bil- »det eine bedeutende Aufgabe für die Behörde. Schwierig, fast möchte «man sagen ungeniigend, bleibt die Lösung dieser Aufgabe in den Gegenden, »in welchen die Originalaufnahmen mangelhaft sind eine als geometrisch «richtig erkannte lasst sich durch Nachtrage erganzen; gegentheiligen Fal ies jedoch bleibt dieselbe liicken- und mangelhaft."

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1912 | | pagina 48