Leger en vloot bij de verdediging v. Ned.-Indië. [Nov. 1912. tisch, noch strategisch, noch op politiek gebied. "We moeten ons niet blind turen op de grenzen van ons koloniaal bezit en maar uitkijken of de een of andere mogendheid komt met de booze bedoeling onze eilanden in te palmen, doch den blik naar buiten slaan en in de toekomst zien. De Stille Oceaan is geen stille oceaan meer, de omliggende landen zijn ontwaakt, zij groeien en zullen in conflict komen met elkaar. Feitelijk zijn de conflicten er al. De Japansche expansie, noodzakelijk om de overbevolking te loozen, heeft ftusland reeds Port-Arthur en Mandsjoerije gekost. Canada, de Yereenigde Staten van N. Amerika en Australië verzetten zich nog tegen de immigratie van Japanners. De Zuid-Ame- rikaansche republieken, met Mexico naijverig op haar Noor delijke zuster, coquetteeren met Japan, Wie waagt het te voorspellen, wat China zal hebben in te brengen over een tien a twintig jaar? Deze ontwikkeling der toestanden moeten we gadeslaan, en ons daarnaar regelen. Niet alleen het onwaarschijnlijke geval voor oogen stellen, dat de een of andere mogendheid op een goeden of liever kwaden dag, ruzie met ons zoekt en een einde maakt aan ons koloniaal bestaan. Geen enkele mogendheid in het Oosten is op het oogenblik krachtig genoeg om het alléén tegen Japan op te nemen x). Om het status quo op den Stillen Oceaan te handhaven is samen werking van de witte'mogendheden noodig. Daaraan moeten we ook meedoen. Men moet ons niet als quantité négligeable kunnen beschouwen, en daarom moeten we kunnen bijdragen tot de gezamenlijke strijdmiddelen. Als we een behoorlijke vloot kunnen meebrengen, zal men op ons als bondgenoot prijs- stellen, en bestaat de kans, dat men ons wederkeerig steunt. Alleen met een leger, zoodat van ons nooit eenige hulp is te wachten, laat men ons links liggen, dat spreekt van zelf. Ook zonder dat die vloot „opgewassen is tegen die van de krachtigste maritieme mogendheid in Oost-Azië", zullen bij 1077 1) Behalve misschien N. Amerika, maar het zal er veel van afhangen of de po litieke toestand gedoogt dat dit land zijn geheele vloot naar het Westen verplaatst.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1912 | | pagina 5