GeuechtsDoering. Korte Mededeelingen. [Nov. 1912. strekken. Eén medewerker, hoe kundig ook, heeft als elk mensc'n, slechts een beperkt arbeidsvermogen en een begrensden gezichtskring. Slechts als voor elk wapen en dienstvak een afzonderlijke medewerker kan gevonden worden, zal het mogelijk zijn aan de bijdragen over ons leger meer klem te geven door ze meer beschouwend te maken. Dit zal de kosten, aan de samenstelling en het drukken verbonden, on getwijfeld belangrijk doen stijgen, en verbetering achten wij dan ook alleeu mogelijk als zij niet gepaard gaat met grootere uitgaven voor de krijgswetenschappelijke Yereeniging. Of, en in hoeverre hierbij gerekend mag worden op den steun onzer financieel krachtige Indische krijgskun dige Yereeniging kunnen wij momenteel niet beoordeelen. Waar voor een jaarbericht onder eigen omslag naast dat der Hollandsche Vereeniging uit den aard der zaak geen plaats is, zou het o. i. op haar weg liggen de mogelijkheid te overwegen, c. q. voorstellen te doen om de samenstelling van het onderdeel Het Leger in Nederlandsch Indië onder hare leiding en, evenals het drukken in Nederland, voor hare rekening te doen geschieden i). De Hollandsche Yereeniging zal hiertegen weinig be zwaren kunnen doen gelden. Mochten beide Vereenigingcn in deze tot overeenstemming kunnen geraken, dan zou het Indische hoofdstuk X van thans in het Weten schappelijk Jaarbericht voor ons veel aan belangrijkheid winnen, daar het een, zij het niet meer getrouwe, dan toch vollediger en leerrijker boekstaving zou worden van hetgeen, uit onderscheiden oogpunten, in het afgeloopen jaar op militair organisatorisch, tactisch en technisch gebied van belang kan worden geacht. v. H. In La France Militaire van 7 Augustus 1912 komt een artikel voor, getiteld: „De geveehtsvoering", waaruit wij het navolgende over nemen „Niets is in de tactiek veranderd door het feit, dat de uitwerking der vernielingsmiddelen is toegenomenalleen, het voorwaarts gaan van de infanterie onder het vijandelijk vuur is moeilijker geworden". „Het gebruik van de infanterie kan als volgt worden samengevat oprukken onder het vuur van den vijand en door alle soorten van ter rein en onder allerlei weersgesteldheden; de overwinning is aan die legers, die eene infanterie bezitten, doorkneed in dit moeilijke werk, en die door langdurige, zorgvuldige dagelijksche oefening voor hare zware taak is voorbereid". „In de eerste plaats is het van belang, dat de hoogere aanvoerders het gebruik kennen van de bij mobilisatie onder hunne bevelen ge plaatste troepeneenheden van alle wapens, zooals die zijn gevormd volgens de voorschriften betreffende de organisatie; het is noodig, dat 1) Het Jaarbericht zou daardoor ook onder de leden der Indische Vereeni ging, die geen lid zijn van de Hollandsche, verspreid kunnen worden. 1135

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1912 | | pagina 63