Korte Mededeelingen.
Nov. 1912.]
Bij de inspectiereizen der Portugeesehe Officieren voeren deze een
grooten trein van koelies mede, die gedurende de reis in hun eigen
onderhoud hebben te voorzien. Tot het verrichten van die heeren
diensten wordt vaak de bevolking uit ver verwijderde streken opge
roepen. Zoo is het eenige jaren geleden voorgekomen, dat de bevol
king van Fatoe Mea naar Bobonaro werd opgeroepen, terwijl het niet
tot de zeldzaamheden behoorde, dat de Camenassers heerendiensten in
Bobonaro moesten verrichten. Een andere vorm van heerendienst is het
verrichten van corveën in de verschillende posten, waartoe een 15 tot
30 a 40 tal mannen, bij toerbeurt uit omliggende kampongs te leveren,
telkens gedurende 3 tot 5 dagen opkomen. Tot de werkzaamheden
behoorenbrandhout halen, water dragen, werken in den tuin van
den postcommandant, varkens verzorgen etc.
Verder wordt van de bevolking geëischt, dat de door de Chineezen
opgekochte kajoe tjendana, koffie en dergelijke uitvoerartikelen, waar
van het Portugeesch bestuur uitvoerrechten heft, kosteloos naar Timor
Dilly worden vervoerd
ad C. In overeenstemming met de gebruiken op ons gebied wer
den vroeger ook op Portugeesch gebied alle zaken voorgebracht bij
den Dato van de Succo, waartoe de delinquent behoort en door dezen
Dato afgedaan, terwijl de Kornel van het landschap zelden of nooit
werd lastiggevallen. Sinds de oprichting echter der verschillende
posten hebben de commandanten (ook de Onderofficieren) het berechten
der zaken en het opleggen van straffen aan zich getrokken. Onbedui
dende zaken worden nog wel in de kampong beslecht; overigens wordt
alles bij den postcommandant voorgebracht. Begrijpelijkerwijze wordt
in de op grooten afstand van de posten verwijderde streken volgens
de adat recht gesproken, maar als norm kan worden aangenomen, dat
niet vele hoofden het durven wagen, om den Portugeeschen comman
dant onkundig te laten van min of meer zware misdrijven. Hierbij
wordt dan verschil gemaakt tusschen die, waarbij Portugeesehe onder
danen en die, waarbij Nederlandsche onderdanen het slachtoffer zijn.
Een raad van landschapshoofden, voorgezeten door een civiel ambte
naar, kent men op Portugeesch gebied niet. Daar de rechtspraak niet
aan eenige wet schijnt gebonden te zijn, wordt hierbij vrij arbitrair
opgetreden. Erkend moet echter worden, dat een einde is gekomen
aan de doodstraf, welke straf veelvuldig door de Dato's werd opgelegd,
zooals b. v. voor hekserij e. d. g. De handplak is een zeer geliefkoosd
martelwerktuig en al heel gauw leggen de postcommandanten de straf
op, waarbij de schuldige gedurende eenige maanden moet werken met
een ketting en kogel aan het beeD. Voor zwaardere vergrijpen, veedief
stal, doodslag e. d. g. worden de schuldigen ia het blok gesloten, waarbij
de familieleden moeten zorgen voor de voeding van den gestrafte.
Bij alle gevallen wordt van den gestrafte, c. q. van de kampong,
tevens een paard, karbouw of varken geëischt.
1140