Overzicht van eenige Tijdschriften.
Nov. 1912.]
Voorts vallen nog te vermelden „Vervoer van goederen per spoorweg"
door den Chef de Bureau J. H. Riddering en „Beschouwingen over
het gevecht aan de Jalu" door den Reserve Luit. Kol. J. C.°van den
Belt, terwijl de Ritmeester-Adjudant van Mens het He deel van het
Cavalerie-reglement 1912 behandelt.
Vermelden we uit het „maandoverzicht" nog den kranigen marsch
van een detachement uit Hoorn. De afdeeling was sterk 30 man, nl.
10 achtmaanders en 20 viermaanders. In 34 uur werd een afstand
van 76 KM. afgelegd.
Aansluitende aan het bovenstaande zij hier mede gewag gemaakt
van de Vierdaagsche afstandsmarschen te voet", evenals vorige jaren
uitgeschreven door den Nederlandschen bond voor lichamelijke opvoe
ding. (N. B. v. L. O.). De uitgeschreven marsch duurt 4 dagen. Voor
militairen met groot of klein verlof, wordt daarbij o.a. als eisch gesteld
een marsch van 35 KM met volledige bepakking.
De Militaire Spectator 1912 No. 9.
De le Luit. der Genie D. van den Berg, die, gelijk den lezer be
kend is, reeds een lange artikelenreeks leverde over de belegering
van Port-Arthur, ontleende aan een onderdeel van zijn studie stof
voor een nieuw onderwerp, dat ons thans onder den titel „Een en
ander over hindernismijnen en haar toepassing, voornamelijk bij Port-
Arthur," wordt aangeboden.
Op de studie „De invloed van de automobiel op de legerverpleging"
van den Kap. intendant L. Ileyman, vestigden wij reeds de aandacht.
S. bespreekt thans de inrichting van het treinwezen in België, Oosten-
rijk-Hongarije en Engeland, alsmede het gebruik, dat in deze landen
gedurende de groote legeroefeningen van de automobiel werd gemaakt.
Vervolgens wordt Nederland in beschouwing genomen. We kunnen
niet nalaten van dat gedeelte de eerste alinea over te nemen. Ze
luidt als volgt
„Ons leger verkeert bij een eventueele wijziging van den verple-
„gingsdienst in de gelukkige omstandigheid, dat de aanvoer tot nog
„toe nagenoeg niet georganiseerd was, zoodat bestaande organisatiën
„niet op zijde gezet behoeven te worden."
Een voordeel van heel bijzonderen aard. (Men zou ook nog de au
tomobielen kunnen overslaan met het vooruitzicht op iets beters). Om
trent de soort van vrachtauto's, die S. in Nederland voor den aan
voer van levensmiddelen het meest gewenscht acht, wordt opgemerkt,
dat eigenlijke vrachtauto's slechts in zeer geringen getale in het
land aanwezig zijn, terwijl het de vraag is, of er binnen afzienbaren
tijd veel zullen komen.
S. stelt daarom voor, gebruik te maken van tot goederenvervoer in-
1159