Nov. 1912.] Leger en vloot bij de verdediging v. Ned.-Indië.
Ja, toch slechts daar, waar het zich van die overmacht be
wust is, want waar het zich zwak voelt, sluit het ook ver
bonden. Hoe verklaart men anders dat met Japan? In
Oost-Azië is Engeland zwak, het kan daarheen geen enkel
schip van waarde zenden, omdat het zich niet durft te ver
zwakken in Europa. Dat men hier dus toch het geval zou
hebben van een verbond met een sterke mogendheid zonder
er iets voor te geven, is niet juist, want dit verbond heeft
voor Japan vooral waarde wegens de houding, die Engeland
in Europa kan aannemen tegenover Europeesche tegenstan
ders van Japan.
Op het bezit van bondgenooten richt zich de politiek zelfs
van de grootste Europeesche mogendheden.
Alleen wij rekenen niet op bondgenooten. Wij nemen bij
alles het ongunstigste, het somberste geval. Beschouwen
altijd dat van een oorlog met de krachtigste Oost-Aziatische
mogendheid en alleen.
Maar in dat geval legt immers elke andere mogendheid
het ook af! Daartegen is immers niets te doen!dan
te zorgen niet in dat geval te komen, wat men bereikt door
te zorgen voor zoodanige strijdmiddelen, dat men ook een
bondgenoot kan steunen en dat een bondgenootschap met
ons begeerlijk is.
Niets voor niets!
Natuurlijk, ook dan heeft men nog geen zekerheid, dat
die bondgenoot ons op het critieke moment niet in den steek
zal laten. Neen, maar waar heeft men op dit ondermaansche
wel ooit zekerheid? Wanneer we op defensiegebied alleen die
maatregelen zouden mogen nemen, die zekerheid op succes
bieden, dan zou ik werkelijk niet weten wat voor te stellen.
Maar wèl is zeker, dat, wetende dat wij een bondgenoot
schap met een andere mogendheid gesloten hebben, een mo
gendheid, die lust in ons bezit mocht krijgen, zich wat
langer zal bedenken, omdat ook zij niet vooruit kan bepalen
hoe die bondgenoot zich zal gedragen. De onderneming wordt
dus nog meer gewaagd.
1080