Tactische oefening op de kaart. [Nov. 1912. 1165 Oefening Ilo. 5, Genie, die de Inf. vergezelt, worden de bevelen uitgereikt, als zij den driesprong 4 m.M. Z. van de „r" van Dajeuhloehoer bereiken. De overige Commandanten ontvangen bet bevel per ordonnans. Verondersteld is hierbij, dat de troepen marcheeren in de volgorde: Ie Batn., Genie, Mitr:, He, Vie, Vile Batn. De uitgegeven bevelen geven aanleiding tot de volgende opmerkingen. In bet algemeen verdient bet aanbeveling, dat de Brigade Ct. zelf bet oogenblik aangeeft voor bet openen van bet artillerievuur In verband met den grooten afstand tusschen den Brigade Ct. en de ar tilleriestelling, en de omstandigheid, dat de telefonische verbinding wellicht nog niet gereed is, als de Infanterie den steun der artillerie behoeft, werd i. c. den Art. Ct. de bevoegdheid verleend op eigen gezag het vuur te openen. De telefoon kan gedurende bet gevecht nog van veel nut zijn om den Art. Ct. de doelen aan te geven, welke voor de eigen Inf. bet meest gevaarlijk blijken te zijn. In het algemeene bevel behoefde de opdracht aan den Art. Ct. niet uitvoerig te worden herhaald; meer dan daaromtrent in dit bevel werd opgenomen, was voor de Commandanten der andere troependeelen van geen belang. De Mitrailleurs zijn aan het He Batn. toegevoegd, daar dit troependeel vermoedelijk het minst van den steun der Artillerie kan profiteeren. In hoeverre de Genie van nut kan zijn, is nog niet na te gaan; de Sectie, welke de Infanterie is gevolgd, wordt daarom voorloopig achter gehouden. De opstelling van het Ylle Batn. achter den buitenvleugel ligt voor de hand. De Brigade Cavalerie is in haar geheel ter verkenning uitgezonden zij kan zich daarbij volgens het bevel tot op 15 K. M. van de eigen Infanterie verwijderen, liet uitzenden op nog grooteren afstand brengt het gevaar mede, dat het verband met den Brigade Ct. geheel ver loren gaat. Yan het afzonderen van een gedeelte der ruiterij, b. v. tot beveiliging van den buitenvleugel, is afgezien, daar door de gesteldheid van het wegennet de nadering van sterkte vijandelijke afdeeliDgen uit het Z. weinig waarschijnlijk is, en men beter doet onze toch al zwakke Cavalerie niet te versnipperen. Zoodra de telefoonverbinding tusschen de Artilleriestelling en den Brigade Ct. is tot stand gekomen, stelt deze den Algemeenen Bevel hebber hiermede in kennis. Te 4 n m. is de toestand als volgt. De tiraillourliniën van het Ie, Vie en He Batn. zijn ten koste van betrekkelijk geringe verliezen er in geslaagd, de Tji Belang te bereiken en deze rivier te overschrijden. 's Vijands artillerievuur zwijgt geheel; het geweervuur is aanmer kelijk verzwakt. De Cavalerie heeft van uit kg. Nangrang 2 kunnen waarnemen,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1912 | | pagina 93