Oct. 1912.]
dat eene vijandelijke batterij zich in snellen gang langs den karreweg
ten Z. van den Pr. Haoer (565) in W. richting bewoog, kort daarop
gevolgd door eene vijandelijke ruitermacht van minstens 2 eskadrons.
Yerder N.- of W. waarts doordringen blijkt echter onmogelijk, daar
de rechter oever van de Tji Pelang door vijandelijke schutters is bezet.
Den Brigade Ct. was hiervan bericht gezonden.
Het Ylle. Batn. is nog geheel intact tot kg Balandongan 4 op
gerukt; 1 sectie bewaakt de brug van den rijweg over de Tji Mandiri.
De munitiepaarden van de 3 voorste bataljons hebben hun voorraad
uit de le Inf. munitiecolonne aangevuld.
Te Tjikondang is op last van den Brigade Ct. door de G. Sn. der
3 voorste bataljons eene hulpverbandplaats opgericht. De marsch-
vaardige gewonden zijn ten deele reeds in de richting van Soekaboemi
weggezonden.
De Brigade Ct. heeft den Algemeenen Bevelhebber van de hoofdzaken
op de hoogte gesteld; dit bericht is gedeeltelijk telefonisch overgebracht.
Op dit uur ontvangt de kolonel B. telefonisch het volgende bevel.
le Divisie.
No...
Soekaboemi 1-11-T2, 3 45 n.m.
Bevelen voor de 2de Brigade.
1. Vijand, ongeveer 2 regimenten cavalerie en 1 batterij, is door
onze troepen teruggeworpen.
2. le Divisie zal den narsch naar Karangtengali vervolgen.
3. Yan de 2de Brigade ongeveer de helft bestemmen om vijand krach
tig in de richting van Tjikembctng te vervolgen; rest der brigade achter
hoofdmacht Divisie aansluiten.
4. Ik bevind mij bij hoofdtroep voorhoede van de Divisie.
De Divisie commdt.
A.
Generaal Majoor.
Telefonisch en later schriftelijk per ordonnans aan den Commdt. der
2e Brigade.
Gevraagd:
a. Welke troepen worden voor de vervolging bestemd
b De maatregelen (bevelen) voor de vervolging.
c. De bevelen van den Commdt. der sub a bedoelde troepen voor den
nacht, aannemende, dat de voorste Inf. afdeelingen te 6 n.m. Tjisam-
pora hebben bereikt en van den vijand nog slechts eenige Cavalerie
op den rijweg naar Tjikenibang wordt waargenomen.
E.
1166