Korte mededeelingen.
[Nov. 1912.
elk blad. De ruiteering is derhalve zelf gemakkelijk op de kaart aan
te brengen.
Ongeveer gelijktijdig met deze ruiteering is de maatregel gepaard
gegaan om de achterzijde der linnen bladen te bedrukken met de mat-
groene kleur der nieuwe veldtenue, waardoor het bezigen van de open
gevouwen kaart van uit het voorterrein minder zichtbaar wordt.
De namen van kampongs worden geplaatst direct rechts van de kam
pong, waarbij zij behooren. Indien de letters daardoor echter gewich
tige terreindetails zouden bedekken, moet een naam wel wat hooger
of lager geplaatst worden, doch steeds zal hij zich zoo dicht mogelijk
bij zijn kampong en aan de rechterzijde er van bevinden.
Daar bij het plaatsen van de hoofdletter in de kampong niet voorko
men zou kunnen worden, dat details ter rechterzijde daarvan worden
bedekt en onleesbaar gemaakt, verdient reeds hierom de voorgestelde
verbetering geen aanbeveling. Doch bovendien zou hierdoor de dui
delijkheid van de omtrekken en kleur der kampongs vooral van
kleine bedenkelijk in gevaar worden gebracht.
Op andere wijze is echter nog er naar gestreefd om bij groepen van
kleine kampongs aan de bezwaren van het met juistheid vaststellen,
welke kampong en naam bij elkaar behooren, zoo goed mogelijk tege
moet te komen. Bij de laatste kaarten van Midden-Java wordt,
waar noodig, eenzelfde klein cijfertje gedrukt in de kampong en vóór
den naam daarvan.
De kwestie der dieptelijnen in zee is er eene van persoonlijk ge
voelen. Bij den Topographischen dienst heeft men er blijkbaar
nimmer het nut van ingezien en o. i. niet ten onrechte. Diepwater-
lijnen in breede bevaarbare rivieren kunnen nut hebben, doch tot het
ernstig overwegen of eene landing op een bepaald punt al dan niet
mogelijk is, dient men o i. toch naar de nieuwste zeekaart te grijpen,
zelfs al zouden de topographische kaarten de diepwaterlijnen aangeven.
Men vrage in ernstige aangelegenheden niet aan A hoe B er over
dacht, doch men wende zich rechtstreeks tot B, en vrage hoe hij er
over denkt.
Uit een lithographisch oogpunt is er, naar ons van bevoegde zijde
werd medegedeeld, alleen bedenking tegen om er de aansluitende
bladen der overzichtskaart (1: 100 000) mede te voorzien, daar behal
ve de zeelijnen dan ook de blauwe tint zou moeten veranderen en,in
plaats van zacht uitvloeiend, met dieptetrappen zou moeten worden
gemaakt. Zou men er dus toe overgaan, dan zou zoowel voor West
als voor Midden-Java en voor Zuid-Sumatra de uniformiteit worden
geschaad voor de bestaande en nog te vervaardigen bladen.
Geen lezer van het Wetenschappelijk Jaarbericht zal aan de re
dactie van het hoofdstuk „Het Leger in Kederlandsch-Indiëden lof
kunnen onthouden, die haar voor den gepresteerden arbeid rechtma
tig toekomt. Deze kundige medewerker van het Jaarbericht staat elk
jaar bij het generaliseeren van zijn niet dadelijk beschikbaar verslag-
materiaal voor een omvangrijke taak, die bovendien niet geregeld
1133