Dota betreffende de Portugeesche grensgewesten. Korte Mededeelingen. [Nov. 1912. schap en hoogere militaire vorming. Vöör alles dus voor hen be roepsvaardigheid als infanterist!" „Men verheffe het moreel der infanterie, men kweeke bij haar een offensieven geest aan, want dit is onontbeerlijk; maar even onontbeerlijk is, dat de reglementen en voorschriften haar dat geven, wat zij noodig heeft, om zich te bekwamen in het zelfbewust, onver moeibaar en onweerstaanbaar uitvoeren van haar eigenlijke taak: het oprukken onder het vuur des vijands en door alle soorten van terrein". „De opleiding van de sectie op het oefeningsterrein en hare aanvoering in het gevecht moeten ons die vlotte, vinnige infanterie bezorgen, die met een minimum 'verliezen hetgeen echter niet wegneemt dat die verliezen soms zwaar kunnen zijn de meest ver woede aanval weet uit te voeren". „Vóór alles, de infanterie!", zóó moet het devies luiden van een volk, dat wil overwinnen. Wie niet is doordrongen van deze waar heid moet niet het bevel voeren, want slechts zij zullen overwinnen, die hun infanterie weten op te leiden en te gebruiken. (diet een schetskaart.) Inleiding. Met de Portugeesche grensgewesten worden 1 "er in het bijzonder bedoeld, die gewesten, welke aan Noord-Beloe, Lamaknen, Lakmaras en Maucatar grenzen. Te beginnen met de Noordkust van het eiland, onderkent men ach tereenvolgens 1. het landschap Kowa, dat zich in het Oosten uitstrekt tot voorbij de Portugeesche vestiging Haï Oeloeng en waarin verder zijn gelegen de posten Batoe Gadè, Mota Bikoe, (Silaba) en Berenis Rokotoen; 2. het landschap Balibo, dat zich in het Oosten uitstrekt tot aan de M. Malibaka, met aan de grens de posten Mail, Daloe en Noenoe Oera> 3. het landschap Leo Siwé, dat zich in het Zuiden uitstrekt tot even voorbij den post Memo; 4. het landschap Saboelaï, dat zich in het Zuiden uitstrekt tot aan de M. Molis; 5. het landschap Léo Hitoe of Lamak Hitoe, dat zich in het Zui den uitstrekt tot bij de Kg. Poppi-bah en waarin de post Mongen (Lébos) is gelegen 6. het landschap Lolotoï, dat zich in het Zuiden tot op een paar K. M. van de kust uitstrekt, met aan de grens den post Mapi; 7. het landschap Raiméa, dat zich ten Oosten van de M. Vowra langs de kust uitstrekt; 8. het landschap Camenassa, dat zich langs de Zuidkust uitstrekt tus- schen de M. Vowra en de M. Tafara en waarin de post Soeai is gelegen 9. het landschap Tahakav, in het Oosten begrensd door de M. Ta fara, met den grenspost Kida I. M. T. 1912 73. 1137

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1912 | | pagina 65